82
22 Februari 1940.
verordening. Misschien te goeder trouw, aldus spreker,
stapt men nog wel eens over dingen heen, die toch
gevaarlijk kunnen worden, b.v. bij fundeeringen deze
worden soms maar dichtgegooid, zonder dat eerst con-
trôle heeft plaats gehad of bij plaatsing van aan- en
afvoerleidingen.
Naar spreker's oordeel is het ook in het belang van
bonafide bouwers, dat „Bouwtoezicht" op strikte na-
leving der gestelde bepalingen acht geeft. Spreker zou
den Wethouder een zoo efficient mogelijk gebruik van
de geraamde f 11.000.willen aanbevelen.
De heer Jonckbloedt, Wethouder, heeft nog nooit
klachten aangaande dit punt vernomen, doch zal de
betrokken ambtenaren inlichten.
De heer Van der Erf vraagt of er in de bouw- en
woningverordening geen verbod staat, dat leidingen
tegen buitenmuren worden gelegd. In de huizen van de
Woningbouwvereeniging „Sint joseph" liggen ze in elk
geval wel tegen de buitenmuren.
De heer Dr. Mulder vindt het nog noodzakelijker te
bepalen, dat vooral niet de leidingen in de buitenmuren
gehakt worden.
De heer Rijkes zegt, dat het grootste bezwaar bij
vorst is, dat de bewoners niet gemakkelijk hun leidin-
gen kunnen aftappen,
De heer Van Lent is van meening, dat bij een winter
als nu gepasseerd is, bijna in geen enkel huis de lei-
dingen tegen de vorst bestand zijn, vooral niet wanneer
s'echts 1 kachel gestookt wordt. Stelt men den eisch,
dat de leidingen zichtbaar gelegd moeten worden, dan
maakt dat naar spreker's meening de huizen onverhuur-
baar.
De Voorzitter doet de toezegging, de bouwpolitie
omtrent het gesprokene op de hoogte te stellen.
Volgno. 360. Onderhoud van straten en pleinen.
De heer Disselkoen zou gaarne worden ingelicht of
voor de herbestrating van den Leidschestraatweg het
Noordelijk of het Zuidelijk deel in aanmerking komt.
Spreker heeft geconstateerd, dat het Zuidelijk deel abo-
minabel slecht is en acht herbestrating van dat gedeelte
inderdaad gewenscht.
