16
28 Maart 1940.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou-
ders, d.d. 13 Maart 1940;
Burgeineester en Wethouders te machtigen met den
Staat der Nederlanden eene overeenkomst aan te gaan,
waarbij aan de gemeente met ingang van 1 Januari
1941 voor den tijd van dertig jaren, in erfpacht wordt
gegeven een perceel rietland langs het Zuider Buiten
Spaarne, onder Heemstede, alsmede een zuidwaarts
daarvan gelegen perceel water, een en ander kadastraal
bekend gemeente Heemstede, Sectie A nos. 761 en
6181, tezamen groot 6.87.90 H.A., tegen een jaarlijk-
schen canon van f 420.— vrij geld, onder de bepaling
dat perceei 761 uitsluitend gebruikt mag worden als
opslagplaats voor vuilnis en perceel 6181 uitsluitend
voor af- en aanvoer van deze vuilnis, waarbij de ge-
meente zich verplicht om het in erfpacht uit te geven
perceel 761 te dempen en de reeds aangevangen dem-
pingen van dit perceel behoorlijk en regelmatig voort
te zetten en zorg draagt, dat bij die ophooging of bij
of tengevolge van de uitvoering van welk ander door
haar ondernomen werk ook, geene baggerspecie of
vaste stoffen in het Rijkswater of in het Provinciale
vaarwater van het Zuider Buiten Spaarne terecht ko-
men en zich verbindt om eventueele verondiepingen,
die tengevolge van die ophooging in dat water moch-
ten ontstaan, op de eerste aanzegging vanwege den
Minister van Waterstaat op zijne kosten op te ruimen,
geschiedende de uitgifte in erfpacht verder onder de
bepalingen, opgenomen in de bij dit besluit behoo-
rende ontwerp-overeenkomst.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den
28 Maart 1940.
De Secretaris,
BESLUIT