17
28 Maart 1940.
mededeeling van den termijn binnen welken van de be-
slissing voorziening kan worden gevraagd.
Van deze beslissing kan de betrokken eigenaar bin-
nen twee maanden, nadat zij hem is medegedeeld, voor-
ziening vragen bij Gedeputeerde Staten; gelijke
voorziening kan gedurende twee maanden worden ge-
vraagd, indien binnen den in artikel 2, lid 2, bedoelden
termijn door den Gemeenteraad geen beslissing is ge-
nomen.
Art. 6.
In het geval, bedoeld in artikel 3, zijn Burgemeester
en Wethouders verplicht den betrokken eigenaar bin-
nen 14 dagen na dagteekening van de beslissing van
den Raad bij aangeteekenden brief mede te deelen, dat
het bedrag der schadevergoeding zal worden geschat
door de in artikel 3 bedoelde commissie, nadat hij voor-
af zal zijn gehoord, tenzij binnen het in artikel 3 be-
doelde tijdvak alsnog met hem anders is overeenge-
komen.
Gelijke verplichting rust op Burgemeester en Wet-
houders ingeval door Gedeputeerde Staten in beroep
wordt beslist, dat aan het in artikel 2 bedoelde verzoek
moet worden voldaan.
Art. 7.
Onder overlegging van het rapport der in artikel 3
bedoelde commissie doen Burgemeester en Wethouders
aan den Raad een voorstel tot vaststelling der schade-
vergoeding.
Van elk besluit van den Raad kan de eigenaar,
binnen 2 maanden, nadat hem dit besluit is medege-
deeld, voorziening vragen bij Gedeputeerde Staten.
Gelijke voorziening kan binnen twee maanden wor-
den gevraagd, indien binnen vier maanden, nadat door
de commissie haar rapport is uitgebracht, door den
Gemeenteraad geen beslissing is genomen.
Door den Raad wordt bij zijn beslissing omtrent de
schadevergoeding met de uitspraak van Gedeputeerde
Staten volledig rekening gehouden.
Indien door den Raad reeds een beslissing was ge-
nomen, wordt deze in overeenstemming met de uit-
spraak van Gedeputeerde Staten herzien.