28
25 April 1940.
hetzij gedurende de buitengewone omstandigheden,.
een werkelijken dienst van 11 maanden, of, indien hij
eene eerste oefening van korteren duur te vervullen
had, deze oefening heeft volbracht.
4. Het bepaalde in het derde lid geldt niet:
a. ten aanzien van de buitengewone dienstplichti-
gen, die eerst in werkelijken dienst behoeven te ko-
men na het jaar der lichting, waartoe zij behooren of
naar hun leeftijd gerekend worden te behooren;
b. voor de vrijwilligers van den landstorm, die
hetzij een rang bekleeden, hetzij het bewijs van voor-
geoefendheid hebben verworven.
II. Ten aanzien van den ongehuwden ambtenaar,.
als bedoeld in het eerste lid van het gewijzigde arti-
kel 24, die vöör 1 Mei 1940 verplichten werkelijken
dienst verricht, moet gedurende de tijdvakken 1 Mei
1940 tot 1 Juli 1940 en 1 Juli 1940 tot 1 September
1940 voor „70 ten honderd" onderscheidenlijk worden
gelezen „90 ten honderd" en „80 ten hönderd".
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den
25 April 1940.
De S< De Voorzitter.