130
25 April 1940.
toelichting. Zij twijfelen niet aan de waarheid van de
gegeven toelichting, maar zij willen de zaak van meer-
dere zijden bezien. Door den korten termijn die daar-
voor gegeven wordt, wordt dit welhaast onmogelijk
gemaakt. Tijdige toezending van stukken wordt door
hem dan ook op prijs gesteld.
Voor de commissievergaderingen heeft spreker het
zelfde bezwaar. Ook daarin komen belangrijke zaken
aan de orde. Spreker meent dat er twee mogelijkheden
zijn, n.l. dat men al zijn krachten aan het commissie-
werk geeft, of dat men er niets aan doet. Alserechter
geen gelegenheid wordt gegeven om met kennis van
zaken ter vergadering te komen, dan trekt spreker
zich liever terug. De heer Van Unen, aldus spreker,
heeft vandaag nog gezegd, dat hij het advies van de
Commissie belangrijk acht. Als dat zoo is, dan moet
er volgens spreker ook gelegenheid geboden worden
om van de zaken behoorlijk kennis te nemen.
Spreker dringt dan ook aan op toezending van zoo-
veel mogelijk stukken en deze tijdig te doen toekomen.
Dit zal bovendien de beraadslagingen bekorten.
De Voorzitter antwoordt, dat het niet den eersten
keer is, dat deze klacht wordt geuit. Voor een spoedige
afhandeling van zaken komt het nog al eens voor, dat
stukken op korten termijn moeten worden ingediend.
Spreker wil echter gaarne bevorderen, dat aan het
begrijpelijk verlangen van den heer Kamerbeek zooveel
mogelijk wordt tegemoet gekomen.
De heer Kamerbeek vraagt, om zoo mogelijk dezen
Donderdag van de maand ais vasten vergaderdag voor
den Raad te handhaven.
De Voorzitter antwoordt, dat als regel de vergade-
ringen op den laatsten Donderdag van de maand des
middags zullen worden gehouden.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Tijdstip vergaderingen.
De
De Voorzitter.