40
27 Juni 1940.
VOORBEREIDEND ONDERWIJS.
AAN DEN RAAD.
In Uwe vergadering van 6 Januari 1939 werd aan-
genomen liet voorstel van de heeren H. J. W. B. Dis-
selkoen en W. A. de Tello, tot wijziging van enkele
posten van de gemeentebegrooting voor het jaar 1939,
ten einde het mogelijk te maken, dat van gemeente-
wege een openbare school voor voorbereidend onder-
wijs zou kunnen worden gesticht en geëxploiteerd,
terwijl tevens in beginsel werd besloten tot volledige
gelijkstelling van het bijzonder voorbereidend onderwijs
met het openbaar voorbereidend onderwijs, geleidelijk
door te voeren in een tijdvak van 3 jaren.
Deze aangelegenheid heeft, na genoemden datum,
regelmatig een punt van behandeling bij ons uitgemaakt,
terwijl zij eveneens meerdere malen in een vergadering
van de Commissie voor het Onderwijs aan de orde
werd gesteld. Laatstelijk is dit punt uitvoerig besproken
in de op 17 dezer gehouden vergadering van de Com-
missie. Als leiddraad voor de besprekingen kon dienen
een vorig jaar door ons ontworpen voorstel aan uw
College. Wij stelden dit samen, omdat een nadere
uitspraak van den Raad, alvorens aan het besluit van
6 Januari 1939 uitvoering te geven, door ons noodig
werd geoordeeld.
De Commissie kwam in bedoelde vergadering echter
unaniem tot de conclusie, dat de huidige tijdsomstan-
digheden er zich niet toe leenen, om thans een nadere
uitspraak van uwe vergadering te vragen. Diezelfde
omstandigheden maken het geven van uitvoering aan
het genomen besluit thans ook niet gewenscht.
Ons College kan zich met deze conclusie geheel
vereenigen, maar acht het toch, met de Commissie,
noodig, dat de opschorting van de beslissing omtrent
de eventueele uitvoering van het genomen besluit door
U wordt bekrachtigd. Het is uiteraard moeilijk nu reeds
aan te geven hoelang die opschorting zal moeten duren,
doch daarbij zal toch o.i. wel gedacht moeten worden
aan een tijdvak van 2 3 jaren. De werkelijke duur
van de opschorting zal van de ontwikkeling der om-
standigheden afhangen.