41
27 Juni 1940.
OVERNAME NATRIUMVERLICHTING HEERENWEG
DOOR HET RIJK.
AAN DEN RAAD.
Bij brief van 7 Maart 1939 heeft de Minister van
Waterstaat ons medegedeeld, dat door en op kosten
van het Rijk zou worden overgegaan tot het aanbrengen
en exploiteeren van een natriumverlichting op eenige
drukke Rijkswegen, voor zoover daaromtrent met de
leveranciers van den electrischen stroom en met de
beheerders van de eventueele bestaande verlichtingen
overeenstemming kan worden verkregen. Den Hoofd-
ingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in de directie
Noordholland werd opdracht verleend zich met ons in
verbinding te stellen omtrent de met onze gemeente
te treffen regeling inzake de overname van de bestaande
verlichting.
Nadat onzerzijds was aangedrongen op nader over-
leg, werd bij brief van 3 Augustus 1939 de meede-
de'eling ontvangen, dat de overdracht van de bestaande
installatie kosteloos moest geschieden.
Hiertegen is door ons ernstig bezwaar gemaakt op
grond van de mededeeling van den Minister van Wa-
terstaat, waarin uitdrukkelijk was aangegeven, dat de
aanleg en exploitatie van de natriumverlichting op
drukke Rijkswegen door en op kosten van het Rijk
zou geschieden. Het is echter niet mogen gelukken
om met den Rijkswaterstaat hieromtrent tot overeen-
stemming te komen. Het Rijk blijft vasthouden aan het
eenmaal ingenomen standpunt, dat bestaande instal-
laties kosteloos moeten worden overgedragen. indien
hiermede niet accoord wordt gegaan, ontstaat het ge-
vaar, dat de overname van de bestaande installatie en
de aanleg van de uitbreiding op het nog onverlichte
deel van den Rijksweg in het geheel niet zullen door-
gaan of althans aanzienlijk zou worden vertraagd. Dit
zou natuurlijk in hooge mate te betreuren zijn, aan-
gezien de overname van de installatie door het Rijk
de gemeente zou ontlasten van de kosten der exploi-
tatie, zijnde de kosten van stroomverbruik, lampen-
vernieuwing en onderhoud.