22 Augustus 1940.
179
geen rondvraag te houden, maar spreker had niet den
indruk gekregen, dat de rondvraag daarmede voor-
loopig van de baan was. Als Burgemeester en Wet-
houders het prettiger vinden om de vragen schriftelijk
te ontvangen en te beantwoorden, dan zal spreker dit
doen. Hij acht zijn eenvoudige en strikt neutrale korte
vragen echter wel toelaatbaar.
De heer Van der Erf vraagt, of niet door den Raad
moet worden beslist of al of niet een rondvraag zal
worden gehouden. Het lijkt spreker uitzonderlijk om
de rondvraag nu maar zonder meer af te schaffen.
Spreker acht voor afschaffing van deze eeuwenoude
traditie, als het niet noodig is, niet veei te zeggen.
In de vorige vergadering stelde de Voorzitter voor
geen rondvraag te houden, maar dat wil z. i. toch
niet zeggen dat er nooit meer een rondvraag zal wor-
den gehouden.
De Voorzitter antwoordt, dat alom in den lande
op 't oogenblik de goede kant wordt erkend om geen
rondvraag in den Raad te houden. Als niets gedaan
wordt, dan kunnen ook geen fouten worden gemaakt.
Het lijkt spreker onverstandig om hier een andere
houding aan te nemen dan elders. Spreker heeft het
in de vorige vergadering wel zoo gezegd als door de
heeren Kainerbeek en Van der Erf wordt weerge-
geven, maar bij iatere bespreking is hem gebleken,
dat het beter is voorloopig geen rondvraag meer te
houden.
De heer De Tello zegt, dat deze zaak niet zoo ge-
zien moet worden, dat afschaffing van de rondvraag
een stokpaardje van den Voorzitter zou zijn. Het is
uitsluitend de bedoeling om discussies te voorkomen
die niet voorzien kunnen worden, waarom alom be-
sloten is, geen rondvraag te houden. Dat voorkomt
eventueele ontsporingen. Als de vragen van belang
zijn, dan kunnen deze schriftelijk gesteld worden. Zij
worden dan blijkens de praktijk direct beantwoord.
De heer Kamerbeek is het noch met den Voor-
zitter noch met de andere gemeenteraden eens, datde
buitengewone omstandigheden aanleiding zouden vor-
men om geen rondvraag te houden. Z. i. hebben de
leden van den Raad in Heemstede getoond met deze
omstandigheden wel degelijk rekening te kunnen hou-
