186
29 October 1940.
den Raad, den heer J. Kamerbeek, tot herziening van
de salarissen van het politiepersoneel beneden den rang
van lnspecteur van Politie.
De Voorzitter zegt, naar aanieiding van de ingediende
nota van den heer Kamerbeek, waarvan alle leden door
den steller schriftelijk op de hoogte zijn gesteld, de
vergadering te kunnen mededeelen, dat deze aangele-
genheid de volle aandacht van Burgemeester en Wet-
houders heeft en blijft houden. Spreker meent, dat het
allerminst in de bedoeling zal liggen, reeds in deze ver-
gadering daarover een debat te houden, daar dan zeker
over meerdere gegevens zou moeten worden beschikt.
Wel kan spreker de vergadering mededeelen, dat Bur-
gemeester en Wethouders bij de salarieering van het
politiepersoneel doen wat redelijk mogelijk is. Voorts
kan spreker den Raad mededeelen, dat partieele her-
ziening der salarisregeling van het politiepersoneel op
bezwaren van goedkeuring zou stuiten, wat Burge-
meester en Wethouders bij ingewonnen informatie aan
het Departement van Binneniandsche Zaken, nog in de
laatste dagen is medegedeeld, zoodat behandeling van
deze afzonderlijke regeling op het oogenblik nog pre-
matuur moet worden geacht. Burgemeester en Wet-
houders zeggen den Raad gaarne toe, dat zij op deze
categorie van gemeentepersoneel, met ook andere, hun
volle aandacht gevestigd zullen houden.
De heer Kamerbeek zegt, uit het gesprokene door
den Voorzitter gehoord te hebben, dat nog dezer dagen
bij informatie bij het Departement van Binnenlandsche
Zaken gebîeken is, dat tegen salarisverhooging van het
politiepersoneei bezwaren bestaan. Spreker oppert het
denkbeeld, dat Burgemeester en Wethouders, bijge-
staan door een der raadsleden, alsnog bij de bevoegde
instantie een persoonlijk bezoek brengen, om met de
stukken in de hand te bewijzen, dat de toestand onder
het politiepersoneel- zoo niet kan voortduren. Spreker
vraagt of, als Burgemeester en Wethouders op spre-
kers idee niet willen ingaan, de Voorzitter er bezwaar
tegen heeft, dat spreker zelf gaat. Het door den Voor-
zitter medegedeelde acht spreker niet voldoende. Als
de- Secretaris-Generaal, aldus spreker, hoort, hoe de
financieele toestand van de politie-agenten hier is, dan
heeft spreker voldoende vertrouwen, dat een verzoek
om salarisverhooging niet een, twee, drie om formeele