188
29 October 1940.
College niet verwacht worden, dat zij zich in dit geval
door raadsleden laten bijstaan. Als de heer Kamerbeek
op eigen gelegenheid wil gaan, dan heeft spreker daar
niets over te zeggen, doch hij acht het, na de mede-
deeling van het standpunt van het Departement, van
den heer Kamerbeek onjuist om nu te gaan. Spreker
weet dat de politie-organisaties over de salariskwestie
voeling met elkaar hebben gehad en zeker ook trachten
een verbetering van de bestaande toestanden te ver-
krijgen. Ten slotte wenscht spreker op de door den
heer Kamerbeek' overgelegde cijfers niet in te gaan,
omdat deze niet direct zijn te controleeren.
Het spijt den heer Kamerbeek, dat Burgemeester en
Wethouders geen assistentie van een raadslid noodig
hebben. Hij vindt dit door den Voorzitter ntinder prettig
uitgedrukt. Tenzij Burgemeester en Wethouders het
standpunt innemen van „je sais tout", dan kan spreker
hun houding begrijpen. Indien zij dat standpunt niet
innemen, dan vindt hij het minder prettig. Uit het ant-
woord van den Voorzitter heeft spreker beluisterd, dat
gisteren informaties zijn ingewonnen. Dus niet vôör dat
sprekers verzoek was binnengekomen, doch nadien.
Spreker acht een doodgewone informatie, of er kans
bestaat, dat een salarisverhooging voor het politieper-
soneel goedgekeurd zal worden, volkomen onvoldoende.
De Voorzitter zou het wel niet juist vinden als spreker
zelf naar Den Haag gaat, maar spreker antwoordt daar-
op, dat hij zulks toch zal doen. Reeds verleden week
heeft spreicer, bij een bezoek aan Den Haag, de zaak
aldaar ter sprake willen brengen, maar hij meende, om
redenen van hoffelijkheid, daarmede te moeten wachten,
totdat de materie in den Raad behandeld was. Spreker
denkt anders over samenwerking en onderling vertrou-
wen dan de Voorzitter meent en opmerkt.
Door den Voorzitter, aldus spreker, is verder gezegd,
dat de door spreker overgelegde cijfers niet gecontro-
leerd zijn. Spreker verlangt geen vertrouwen. Hij kent
aan Burgemeester en Wethouders het recht toe, daarin
het mes te zetten. Spreker heeft de cijfers uit de huis-
houdboekjes overgenomen. Bovendien heeft hij deze
nog laten controleeren door een huismoeder, buiten het
politiecorps staande. Deze heeft hem verzekerd, dat de
bedragen klopten. Voor gegevens, waarvan spreker niet