7.E3. 1941
■30-Januari 104-k-
Artikel 11.
1. De commissie benoeint, hetzij uit haar midden,
hetzij daarbuiten een voorzitter en een secretaris.
2. Indien de commissie den voorzitter en/of den
secretaris niet uit haar midden kiest, heeft slechts de
eerste adviseerende stem.
3. Voorts draagt de commissie aan een harer leden
het beheer der geldmiddelen op.
4. Het lid, dat met het beheer der geldmiddelen is
belast, doet geen betalingen dan nadat de voorzitter
een op de betaling betrekking hebbend stuk voor ,,fiat"
heeft geteekend.
5. De betalingen mogen alleen tegen behoorlijke
kwijting geschieden. Van het bovenstaande zijn uitge-
zonderd betalingen tot een bedrag van niet meer dan
3.betreffende kleine uitgaven als porti en der-
gelijke.
6. Het îid, met het beheer der geldmiddelen belast,
houdt nauwkeurig aanteekening van alle ontvangsten
en uitgaven.
7. Hetgeen hij meer dan 100.in kas heeft en
niet binnen 3 dagen voor het doen van uitgaven noodig
heeft, stort hij op de wijze als in artikel 22 is voorzien.
Artikel 12.
1. Alles wat de orde der vergaderingen betreft,
wordt overigens geregeld in een reglement van orde,
door de commissie vast te stellen.
2. De Inspecteur voor de Volkshuisvesting, tot wiens
ambtsgebied het te ontwerpen streekplan behoort, heeft
toegang tot alle vergaderingen der commissie en ont-
vangt daartoe telkens een uitnoodiging.
Artikel 13.
1. De commissie wordt ter zijde gestaan door een
technisch-adviescollege, waarin, naast ten hoogste 5
leden door Gedeputeerde Staten aan te wijzen, zitting
heeft een stedebouwkundige adviseur van elk der hier-
bij betrokken gemeenten, door Burgemeester en Wet-
houders dier gemeenten te benoemen. De Colleges van
Burgemeester en Wethouders van twee of meer ge-
meenten kunnen, in afwijking in zooverre van het be-