7FEB. 1941
y "30 }anuar-i 1941.
ting van inkomsten en uitgaven voor het volgende
dienstjaar op, alsmede een niemorie van toelichting.
2. Het dienstjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
3. De begrooting met memorie van toelichting wordt
vöôr 1 Juli van het jaar, voorafgaande aan dat waar-
voor zij moet dienen, aan de gemeenteraden ter goed-
keuring aangeboden. Zij wordt geacht te zijn goedge-
keurd door alle gemeenteraden, indien zij vöör 1 Januari
na de indiening is goedgekeurd door de Raden van ge-
meenten, waarvoor in de commissie meer dan de helft
van het totaal der stemmen wordt uitgebracht.
4. Onder de inkomsten worden geraamd de bijdra-
gen der gemeenten, berekend naar den grondslag in
artikel 17 aangegeven.
5. Voor de eerste maal geldt als dienstjaar het tijd-
vak, loopende van het tijdstip van inwerkingtreding der
gemeenschappelijke regeling af tot en met 31 Decem-
ber d.a.v.
6. De aanbieding van de begrooting voor dat tijd-
vak aan de gemeenteraden geschiedt zoo spoedig
mogelijk.
Artikel 20.
1. De commissie maakt zoo spoedig mogelijk na
afloop van het dienstjaar een rekening op, welke vöör
1 Mei van het jaar, volgende op dat, waarop zij betrek-
king heeft, aan elk van de zeven gemeenteraden ter
goedkeuring wordt aangeboden. Deze rekening wordt
geacht te zijn goedgekeurd door alle gemeenteraden,
indien zij vöör 1 Januari na de indiening is goedgekeurd
door de Raden van gemeenten, waarvoor in de com-
missie meer dan de helft van het totaal der stemmen
wordt uitgebracht.
2. De rekening wordt uiterlijk op 1 April volgende
op het einde van het dienstjaar definitief gesloten.
3. In de rekening worden opgenomen de bedragen,
welke overeenkomstig het bepaalde bij artikel 21 aan
ieder van de gemeenten moeten worden t'erugbetaald,
dan wel door die gemeenten alsnog moeten worden
voldaan.
4. De belegstukken worden gevoegd bij het exem-
plaar van de rekening, dat bestemd is voor de gemeente
Haarlem; die stukken worden op verzoek aan de be-
sturen der overige gemeenten ter inzage gegeven.
