J fEB. 1341
Uvi ïii
7 -30 JantMii 1 941t
Artikel 21.
1. Indien bij het opmaken van de rekening der com-
missie blijkt, dat de gemeenten over het dienstjaar te
veel hebben gestort, zoodat de rekening een voordeelig
saldo zou aanwijzen, restitueert de commissie het te
veel betaalde vöör 1 April aan de gemeenten in dezelfde
verhouding als voor de bijdragen der gemeenten heeft
gegolden.
2. Indien bij het opmaken van de rekening blijkt,
dat de gemeenten te weinig hebben bijgedragen, zoo-
dat de dienst met een nadeelig saldo zou sluiten, vol-
doen de gemeenten het ontbrekende bedrag alsnog aan
de commissie binnen veertien dagen, nadat de com-
missie opgave heeft gedaan van het door elke gemeente
verschuldigde bedrag, berekend naar den grondslag in
artikel 17 aangegeven.
Artikel 22.
1. De henoodigde geklen ter voorziening in de even-
tueele behoefte aan kasgeld worden aan de commissie
uit de kas der gemeente Haarlem verstrekt; de overtol-
lige gelden kunnen in de kas dier gemeente worden
gestort.
2. De gemeente Haarlem zal voor het verstrekte
kasgeld rente kunnen berekenen en voor het gestorte
kasgeld rente verschuldigd zijn, berekend naar de per-
centages, in het overeenkomstige tijdvak geldende voor
opneming, respectievelijk belegging van kasgelden door
die gemeente.
3. De verrekening der rente geschiedt eenmaal per
jaar en wel per 31 December over het dan afgeloopen
jaar.
Artikel 23.
1. Deze regeling wordt aangegaan voor den tijd
van vijf jaren, aanvangende inet de dagteekening van
de Nederlandsche Staatscourant, waarin de bekend-
making der regeling is opgenomen.
2. Zij wordt daarna geacht telkens stilzwijgend voor
den duur van één jaar te zijn verlengd, indien zij door
Wijziging, Verlenging, Opheffing.