11 5 MAA8T 1941
TüLii uai i 1041
wij ons voorts op het standpunt hebben gesteld, dat in
1941 begonnen moet worden met een behoorlijke af-
schrijving op de voor dezen dienst gedane kapitaals-
uitgaven.
Het lmt niet in onze bedoeling alle verschülen met
de begrooting voor 1940 hier toe te lichten, doch wij
volstaan er mede er op te wijzen, dat de ontwerp-
begrooting sluitend was, met handhaving van de heffing
van eenzelfde aantal opcenten op verschillende belastin-
gen als thans ook wordt geheven.
Volgens artikel 1 van het Besluit op de loonbelastmg
1940, opgenomen in het Verordeningenblad stuk 41,
zullen de bestaande belastingen naar het inkomen (in-
komstenbelasting en gemeentefondsbelasting met alle op
die belastingen geheven opcenten) worden vervangen
door een enkele inkomstenbelasting. Hiermede komt aan
de cemeenten als totaliteit de gemeentefondsbelasting
als bron van inkomsten te ontvallen en individueel de
mogelijkheid tot het heffen van opcenten op de gerneen-
tefondsbelasting.
Dit besluit is voor alle gemeenten en dus ook voor
onze gemeente van groote beteekenis. Een zeer belang-
rijke bron van inkomsten komt hiermede te vervailen.
Volgens een dezer dagen van Gedeputeerde Staten ont-
vangen circulaire is het niet mogelijk gebleken reeds
aanstonds een bevredigende regeling te treffen ten aan-
zien van het toekennen van een aandeel in de opbrengst
der nieuwe belasting aan de gemeenten. Zeer binnenkort
is nu een regeling te verwachten, die de uit het voren-
staande voortvloeiende moeilijkheden met betrekking tot
de begrooting voor 1941 zal ondervangen.
Door het Departement van Binnenlandsche Zaken îs
ons pas zeer kort geleden in overweging gegeven, m
afwachting van de te verwachten nadere regeling, de
behandeling van de begrooting niet op te schorten. De
noodige wijzigingen kunnen dan later worden aange-
bracht.
De uitkeering uit het gemeentefonds, alsmede de op-
centen op de gemeentefondsbelasting zijn dus op de
gewone wijze geraamd.
Een overzicht van het aantal ingeschreven en onder-
steunde werkioozen, waaruit het verloop van de laatste
3 jaren kan worden afgeleid, voegen wij hierbij.
Ten slotte deelen wij U mede, dat wij bij de samen-
