24 April 1941.
65
worden door de gemeenschap de kosten voor het onder-
steunen van de behoeftigen gedragen en in de Iaatste
jaren in steeds toenemende mate. De belasting wordt
reeds progressief geheven. Voor zoover van een ideale
oplossing kan worden gesproken, dan is het wel deze,
dat gegeven wordt wat noodig is en gehaald wordt
daar waar het is. Het idee van den heer Dr. Mulder is
dus een al lang vervulde wensch. Spreker ziet daarom
niet in waarom Burgemeester en Wethouders dit denk-
beeld in studie moeten nemen.
De heer Voors merkt op, dat de financieele en mo-
reele steunverleening van de minder met aardsche goe-
deren bedeelden, geregeld is in de Armenwet. Daarin
ligt vast wie daarvoor hebben zorg te dragen, terwijl
door de Overheid aanvullend wordt opgetreden. De per-
centages door den heer Dr. Mulder genoemd, dienen
zoodanig te worden aangevuld, dat in de 80 die door
de Overheid aan armenzorg wordt betaald, ook wordt
bijgedragen door hen die de 20 die door Kerken,
Vereenigingen enz. worden uitgekeerd, opbrengen, het-
geen dus beteekent, dat deze categorie menschen dubbel
betaalt. Zij doen dit krachtens hun overtuiging, waarvan
de heer Dr. Mulder blijkbaar de drijfveeren niet kent.
Het ideaal van den heer Dr. Mulder, dat niet alleen
steeds dezelfde menschen aan liefdadigheid doen, zou
juist bij hen op verzet stuiten, omdat zij niet zullen
willen ophouden om liefdadigheid te betrachten aan
menschen aan wie zij zich verbonden gevoelen. Naar
sprekers meening behoeft er dan ook geen wijziging in
de armenverzorging te komen. Als de armenverzorging
toch tekort schiet, dan is dat te wijten aan de moeilijke
omstandigheden waarin wij thans verkeeren. In Heem-
stede bestaan op dit gebied zeker geen misstanden,
waarom er volgens spreker geen aanleiding is om aparte
maatregelen te nemen.
De heer Dr. Mulder is verbaasd over den tegenstand
die zijn idee ontmoet, terwijl hij juist steun daarvoor
verwachtte.
Spreker weet heel goed, dat de belasting progressief
werkt. Als er echter een aparte steunbelasting geheven
wordt, dan kan een nog sterkere progressie worden
toegepast en weet men v/aarvoor men betaalt. De ver-
hooging behoeft slechts gering te zijn, omdat alleen 1/5