58
24 April 1941.
waardoor er gegronde vrees bestaat, dat over een be-
paalden persoon in de gemeente zai worden gesproken.
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
III. Kindertoelage regeling voor Burgemeesters,
Secretarissen en Ontvangers.
Het prae-advies van Burgemeester en Wethouders
is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.:
24. Kindertoelage-regeling voor Burgemeesters,
Secretarissen en Ontvangers.
De heer Rijkes wil een vraag stellen om zijn nieuws-
gierigheid te bevredigen. Spreker heeft n.l. in het raads-
voorstel gelezen, dat de kindertoeslag minimum 60.
en maximum f 205.per kind en per jaar bedraagt.
Het is spreker duidelijk, dat f 60.gevonden wordt
door 3 van f 2000.— te nemen en dat ieder, die
minder dan 2000.verdient, toch 60.kindertoe-
lage ontvangt. Hoe, aldus vraagt spreker, wordt echter
het bedrag van /205.gevonden. Als hij dit bedrag
omrekent komt spreker tot een bedrag aan salaris van
6833.33, waar spreker niet uit kan komen. Spreker
weet niet of hier soms een formule is toegepast waar-
van hij de factoren niet kent.
Spreker geeft echter verreweg de voorkeur aan het
voorstel van Burgemeester en Wethouders om de
kindertoelage op een vast bedrag van 78.te stellen
als voor het overige personeel.
De Voorzitter antwoordt, dat de kindertoelage 3
van de bruto-wedde bedraagt met een minimum van
60.-en een maximum van 205.per jaar over-
eenkomstig de Rijksregeling.
De heer Rijkes zegt, dat zijn nieuwsgierigheid bc re-
digd is.
De Raad vereenigt zich vervolgens zonder hoofde-
lijke stemming met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders om Gedeputeerde Staten te adviseeren de
kindertoelage te stellen op een vast bedrag van 78.
