36
12 Juni 1941.
MOLESTVERZEKERING GEMEENTE-
EIGENDOMMEN.
AAN DEN RAAD.
In verband met de schade, vvelke door de oorlogs-
omstandigheden in verschillende gemeenten van ons
land werd aangericht, hebben wij meerdere malen de
vraag onder de oogen gezien, of het voor onze gemeente
noodig en gewenscht was de diverse eigendommen tegen
molest te verzekeren.
Wij konden vorig jaar tot een zoodanig voorstel niet
komen, omdat wij van oordeel waren dat, voor zoover
geen vergoeding van schade door het Rijk zou plaats
hebben, de risico door de gemeente zelf gedragen kon
worden, omdat de eigendommen nogal verspreid over
de gemeente verdeeld liggen. Voorts werd overwogen
dat, hoewel schade overal mogelijk is, de ligging der
gemeente haar toch niet stempelde tot een gevaarlijk
object. Inmiddels blijkt toch, dat in tal van geineenten
gevaren dreigen, waardoor meer en meer de wensche-
lijkheid wordt gevoeld verzekeringen te sluiten, aan-
vullende op de Rijksvergoeding.
Intusschen is bij besluit, dd. 2 December 1940, van
de Secretarissen-Generaal van de Departementen van
Financiën en Justitie vastgesteld het besluit op de ma-
terieele oorlogsschaden. Dit besluit is opgenomen in
het Verordeningenblad No. 221 van 1940.
Er worden daarin regelen gesteld betreffende de bij-
dragen van het Rijk in de door oorlogsgeweld veroor-
zaakte schaden aan goederen. Bij de bepaling van de
schade wordt rekening gehouden met de normale ver-
koopwaarde op 9 Mei 1940.
In artikel 1 van genoemd besluit is bepaald, dat dit
geen betrekking heeft op schaden aan goederen, toe-
behoorende aan publiekrechtelijke lichamen, of die voor
het geheel of voor een overwegend deel met Overheids-
middelen zijn verkregen of vervaardigd en toebehooren
aan lichamen, die door den Secretaris-Generaal van het
Departement van Financiën voor de toepassing van dit
besluit met pubiiekrechtelijke lichamen worden gelijk-
gesteld.
Het is dus niet noodig na te gaan of de bovenbedoelde