76
12 Juni 1941
van den heer Voors vestigen op 't bijzondere risico,
dat hier wordt geloopen. Uit de door Burgemeester en
Wethouders gegeven becijferingen blijkt, dat eerst bij
een schade van meer dan /73.000.d.i. ongeveer de
totale schuldenlast rustende op het Raadhuis, Politie-
bureau en de Openbare school aan den Voorweg, door
onze gemeente aanspraak kan worden gemaakt op een
uitkeering van het Rijk als schadevergoeding. Die om-
standigheid is voor spreker aanleiding om dit bijzondere
risico voor verzekering in aanmerking te doen komen.
De heer Van Unen, Wethouder, zegt, dat toen in 1939
de oorlog in Europa uitbrak, Burgemeester en Wethou-
ders zich hebben beraden of zij toen dienden over te
gaan tot het sluiten van een molestverzekering. De
meerderheid van het College was daar toen niet voor.
In 1940, toen de oorlog ook over ons land kwam, met
al de verschrikkelijke gevolgen daarvan voor verschil-
lende gemeenten, is deze zaak weer door Burgemeester
en Wethouders bekeken, maar toen aangehouden, om-
dat een besluit afkwam, waarbij bepaald werd, dat het
Rijk 90 zou vergoeden van de schade van de ge-
troffen goederen, zoodat de gemeente, zoo meenden
Burgemeester en Wethouders, het restant van het risico
wel kon loopen. Dit leek heel mooi. Dat besluit werd
echter kort daarna achterhaald door het ,,Besiuit bij-
dragen wederopbouw publiekrechtelijke lichamen". Dit
besluit was voor de gemeenten zeer veel ongunstiger,
omdat de bijdrage van het Rijk werd gesteld op het be-
drag van het schuldrestant dat op het oogenblik dat de
schade werd toegebracht, op het getroffen goed rustte,
terwijl bovendien nog verschillende andere factoren
voor de berekening van de vergoeding in mindering
kwamen. AIs de schade in onze gemeente dan ook een
bedrag van pl.m. 73.000.niet te boven gaat, dan be-
hoeft het Rijk niets te betalen. Het Raadhuis, aldus
spreker, is voor brandschade verzekerd voor pl.m.
/200.000.terwijl het schuldrestant pl.m. /34.000.
bedraagt. Voor het politiebureau zijn deze cijfers pl.m.
/51.000.en pl.m. 13.000.en voor de openbare
school aan den Voorweg pl.m. 156.000.en pl.m.
22.000.Deze verhouding tusschen schuldrestant en
bouwwaarde is zoodanig ongunstig, dat Burgemeester
en Wethouders niet verder de verantwoording wensch-