82
12 juni 1941
Coiiimissie, uit de deelnemers gekozen, terwijl de ge-
wone algemeene ledenvergadering het laatste woord
heeft.
De heer Kamerbeek heeft met zeer veel belangstel-
ling de uiteenzetting van den heer Van Ünen beluisterd.
Hij heeft daarin echter geen antwoord op zijn vraag
gekregen.
De heer Van Unen, Wethouder, zegt, dat dit ant-
woord in het râadsvoorstel staat.
Buiten de belangrijk hoogere premie, aldus spreker,
die door O.O.M. wordt geheven in vergelij'king met
M.R.G., heeft O.O.M. nog dit tegen, dat' êen omslag,
omdat halfjaarlijksche afrekening plaats vindt, eenige
malen kan worden geheven. In tegenstelling met 0.0.M.
kan men bij de M.R.G. niet tusschentijds bedanken. Dit
heeft voor, dat als een aantal belanghebbenden met
elkaar in zee gaan, deze tot aan het 'einde bij elkaar
blijven.
De heer Kamerbeek wijst er nog op, dat de M.R.G.
uitsluitend gemeente-gebouwen verzekert. De trefkans
voor groote gebouwen is veel grooter, waardoor dus
ook het risico voor de Vereeniging grooter wordt. Spre-
ker merkt voorts op, dat bij toelating van groote ge-
meenten tot de vereeniging, het premie-draagvlak groo-
ter wordt.
De heer Van Unen, Wethouder, antwoordt, dat in-
derdaad alleen gemeentegebouwen worden verzekerd,
zooals gemeente-woningen, scholen, gasfabrieken enz.
Dit komt tot uiting in een variatie in de premie. Spre-
ker verwijst naar de artt. 13 en 14 van het reglement
van M.R.G., die daarover handelen.
De heer Kamerbeek begrijpt niet, dat de heer Van
Unen, die toch een oude rot op dit gebied is, zoo'n
voorkeur heeft voor een nieuw op te richten maat-
schappij in plaats van er huiverig voor te zijn om met
een dergelijke maatschappij een v'erzekering af te
sluiten.
De heer Van Unen, Wethouder, zegt, dat zijn belang-
rijkste motief daarvöor is, dat geen 'halfjaarlijksche af-
rekening plaats vindt maar een afrekening aan het
einde van den oorlog, terwijl degenen die zich bij de
vereeniging aansluiten, ook tot het einde toe bij elkaar