12 Juni 1941
87
dat geen voorraad meer aanwezig was, waaruit het re-
geeringscommissariaat materiaien kon verdeelen voor
een dergelijk werk. Ons werd toen geadviseerd een aan-
vraagformulier in te dienen met de aanteekening dat
geen materiaalbonnen noodig waren. Er moet getracht
worden, aldus het advies, een aannemer te vinden, die
over voldoende materialen kan beschikken en genegen
is deze voor dit werk beschikbaar te stellen, waarna
binnen korten tijd goedkeuring kon worden verwacht.
Werd dat niet gedaan, dan zou het formulier gewoon
op den grooten stapel worden gelegd en kon het nog
wel eenige maanden duren voordat goedkeuring af-
kwam. Spreker heeft dat advies ter harte genomen.
Burgemeester en Wethouders hebben vervolgens 5 aan-
nemers, waarvan 4 in deze gemeente woonachtig en 1
in Bloemendaal, welke laatste echter oud-Heemsteder
is, uitgenoodigd, voor dit werk in te schrijven. 2 Heem-
steedsche aannemers bedankten, omdat zij geen mate-
riaal voor dezen bouw beschikbaar wilden stelîen. Van
de overgeblevenen was de heer van Sambeek de laagste
inschrijver. Als er een publieke aanbesteding zou wor-
den gehouden, dan zouden er zeker meer gegadigden
zijn, maar dan heeft men niet de zekerheid dat het werk
ook klaar komt, omdat de mogelijkheid dan groot is,
dat halverwege het werk zal blijken, dat het materiaal
niet toereikend is om het werk af te maken. Er moet nu
niet zelden voor bouwwerken dikwijls oud hout gebimikt
worden. Aannemers koopen daarom o.a. bollenschuren
om het daarvan afkomende hout te kunnen gebruiken.
Dit kunnen echter alleen zij doen, die ruggegraat en
kapitaal hebben. Als een openbare aanbesteding wordt
gehouden zal toch een schifting moeten plaats hebben
hetgeen onder de geschetste omstandigheden een groote
moeiîijkheid is.
Voorts zegt spreker, naar aanleiding van de vraag
van den heer Rijkes, dat als de bouw f 5000.duurder
wordt, de jaarlijksch te dekken rente, gerekend tegen
5 met f 250.— verhoogd zal worden.
De heer Rijkes vraagt, of de Woningbouwvereeniging
„Berkenrode" dit tekort ook voor haar rekening neemt.
De heer Jonckbloedt, Wethouder, antwoordt be-
vestigend.
De heer Kamerbeek zegt, dat de Wethouder terzake