88
12 Juni 1941.
deskundig is, waarom hij zich bij dezen gang van zaken
neerlegt.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoof-
deiijke stemming vastgesteld.
Rondvraag.
Schade huizen Camplaan tengevolge van
rioleeringswerkzaamheden.
De heer Rijkes zegt, dat door hem over een schade-
geval aan huizen in de Camplaan tengevolge van rio-
leeringswerkzaamheden, aan Burgemeester en Wethou-
ders eenige vragen zijn gesteld' met het allervriende-
lijkst verzoek, deze in de openbare vergadering van den
Raad te willen beantwoorden.
De Voorzitter verzoekt den heer Rijkes de vragen nu
nog eens te herhalen.
De heer Rijkes zegt, dat door hem de volgende vra-
gen zijn gesteld:
1Is er getracht met bovenbedoelden eigenaar of eige-
naren een regeling te treffen?
2. Indien vraag 1 ontkennend moet worden beant-
woord, welke zijn dan de motieven geweest om niet
te trachten tot een regeling te komen?
Indien vraag 1 bevestigend moet worden beant-
woord, waarom is dan geen overeenstemming be-
reikt, zoodat een procedure kon worden voorkomen?
3. Wil Uw College den Raad inlichten op grond
waarvan de afloop van een eventueel te dezer zake
te voeren proces met gerustheid kan worden tege-
moet gezien?
De heer Jonckbloedt, Wethouder, zegt, dat door hem
na inzage van dit schrijven aan den heer Rijkes in over-
weging is gegeven het stellen van deze vragen in den
Raad achterwege te laten, omdat dit onderwerp zich
niet leent voor een bespreking in deze vergadering.
Spreker heeft den heer Rijkes voorts geadviseerd deze
aangelegenheid te bespreken in de Commissie voor
Openbare Werken. Aangezien de heer Rijkes reeds door
middel van de pers van zijn voornemen tot het stellen
van deze vragen kennis had gegeven, was het voor den
heer Rijkes blijkbaar moeilijk op sprekers verzoek in;
