12 Juni 1941
89
te gaan. Namens het College van Burgemeester en Wet-
houders deelt spreker den heer Rijkes dan thans mede,
dat op zijn gestelde vragen geen antwoord kan worden
gegeven. Alleen kan worden medegedeeld, dat van de
zijde van een der bewoners van de Camplaan de zaak
in handen is gesteld van een rechtskundige, terwijl de
gemeente tegen wettelijke aansprakelijkheid is verze-
Irerd. Hangende deze procedure kan hierover in den
Raad geen discussie worden toegelaten.
Alleen kan spreker nog zeggen, dat als de heer Rijkes
zijn advies had opgevolgd, in de vergadering van de
Commissie voor Openbare Werken uitvoeriger op deze
zaak zou kunnen zijn ingegaan.
De heer Rijkes merkt op, dat hij deze zaak dan met
den Wethouder in de Commissie voor Openbare Wer-
ken zal behandelen.
De heer Jonckbloedt, Wethouder, zegt, dat hij deze
zaak nu niet meer in de vergadering van de Commissie
voor Openbare Werken wil bespreken.
De heer Rijkes wijst er op, dat deze kwestie nu 10
maanden loopt. In dien tijd, aldus spreker, was er toch
wel gelegenheid geweest om de zaak in de Commissie
voor Openbare Werken aan de orde te stellen. Als de
zaak nu in handen van een rechtskundige is, dan zal
spreker afwachten. Zijn bedoeling was juist om een
proces te voorkomen. Spreker vraagt of, als er gepro-
cedeerd moet worden, dit dan niet aan den Raad moet
worden gevraagd.
De Voorzitter antwoordt ontkennend, omdat niet de
gemeente, maar de verzekeringsmaatschappij hierbij is
betrokken.
Advies Raadscommissie.
De heer Kamerbeek vraagt aan Burgemeester en
Wethouders in overweging te nemen, om voor raads-
voorstellen, waaraan juridische kanten zitten, het advies
in te winnen van de Commissie voor de Strafverorde-
ningen, waarin toch 3 juristen zitting hebben. Spreker
heeft de ondervinding, dat juristen op verschillend ge-
bied vaak waardevolle adviezen kunnen geven. Men
kan spreker gerust van de Commissie voor de Straf-
verordeningen uitschakelen. Spreker laat deze zaak