42
26 Juni 1941
2 de breedte van de geprojecteerde woon- of
winkelhuizen zal niet kleiner mogen zijn dan:
voor de blokken I tot en inet IV 6 M.
voor de blokken V tot en met IX 5.50 M.
voor blok X 5
Art. 4.
De voorgaande artikelen zijn niet van toepassing
op voor een gedeelte vernieuwen of veranderen van
de bestaande bebouwing.
Art. 5.
De onbebouwd blijvende grond bij woonhuizen moet
als tuin aangelegd en behoorlijk onderhouden worden
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders.
Overige onbebouwde gronden mogen niet als op-
slagterrein worden gebruikt of op zoodanige wijze in
gebruik zijn, dat gevaar, schade of hinder voor de om-
wonenden, ter beoordeeling van Burgemeester en Wet-
houders, veroorzaakt wordt.
Art. 6.
Van de bepalingen, vervat in de artikelen 1, 3 en 5
kan, behoudens in de gevallen in alinea 2 van dit artikel
bedoeld, door den Raad, op daartoe strekkend verzoek
van belanghebbende(n) voor ieder geval afzonderlijk,
ontheffing worden verleend.
Voorzooveel betreft gebouwen of getimmerten, welke
te beschouwen zijn als aanhoorigheden van een op het-
zelfde terrein in aanbouw of aanwezig zijnd gebouw,
kan genoemde ontheffing door Burgemeester en Wet-
houders verleend worden.
Art. 7.
Overtreding van de bepalingen dezer verordening
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd
gulden, onverminderd de verplichting tot het onmiddel-
üjk doen eindigen van de overtreding.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den
26 Juni 1941.
De Secrafaris,
De Voorzitter,