98
26 Juni 1941
plaats te geven. Dit beteekent voor spreker, dat deze
nieuwe methode voor de opvoeding der kindeien, het
opkomende geslacht, van zeer groote waarde is.
De Inspecteur van het l.o. in dit district, aldus
spreker, gaat blijkbaar met deze nieuwe zienswijze
accoord, althans hij spreekt de door het Bestuur aan-
gevoerde motieven met geen enkel woord tegen. Toch
is de Inspecteur tegen de invoering, alleen omdat de
oude methode nog op vele scholen wordt toegepast.
Spreker meent te weten dat er in het ambtsgebied
van den Inspecteur ongeveer 135 scholen zijn,waarom
spreker aan Burgemeester en Wethouders de vraag
stelt, of zij kunnen mededeelen op hoeveel van die
scholen men nog de rekenmethode Bouman en Van
Zelm volgt. Als aangenomen wordt, aidus spreker,
dat dit met 20 scholen het geval is, dan lijkt dat wel
een groot aantal, doch tegenover het aantal van 135
heeft dat eene mindere beteekenis. Het advies van
den Inspecteur lijkt spreker dan ook al te eenvoudig
en z.i. niet afdoende om zoo afwijzend tegenover het
verzoek te staan. Spreker vindt het dan ook jammer
dat Burgemeester en Wethouders dit advies onder-
schrijven en zonder meer hebben overgenomen. Spre-
ker noemt het een positief nadeel van de methode
Bouman en Van Zelm, waarvoor hij verwijst naar het
adres van het Schoolbestuur, dat zij geen directe aan-
sluiting op de toelatingsexamens der Middelbare scho-
len geeft, hetgeen spreker een zeer ernstig bezwaar
vindt. Spreker meent te weten dat de methode Meijer-
Onstein deze directe aansluiting wel geeft, hetgeen
spreker een belangrijk voordeel noemt.
Ten slotte vraagt spreker waarom de Onderwijs-
commissie deze z.i. zeer belangrijke aangelegenheid
niet heeft behandeld. Mogelijk, aldus spreker, is dat
wel gebeurd, maar hij heeft bij de stukken het advies
niet aangetroffen.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat hij
bij afwezigheid van den heer Van Unen de onderwijs-
zaken behandelt. Spreker zal beginnen met de beant-
woording van de derde vraag van den heer Rijkes, n.l.
of het advies van de Onderwijscommissie in deze zaak
is gevraagd. Spreker zegt, dat de leden van de On-
derwijscommissie, naar hun meening over deze aan-
gelegenheid gevraagd, zich volkomen met het voorstel