32
•gezinsinkomsten gelijk is aan, of meer bedraagt dan
maal het steunbedrag volgens art. 6 (c.q. art.
19), eerste lid onder a, of wel f 30.of meer be-
draagt.
(De maxima, gesteld bij de artt. 6, 9 en 19 dienen
uiteraard mede in acht genomen te worden),
b. aan kostgangers, wanneer steunbedrag inkomsten
f 12.of meer bedraagt;
c. aan diegenen. die den leeftijd van 65 jaar overschre-
den hebben;
d. aan diegenen, die moeten worden geacht. niet meer
aan het werk te zullen komen in den bedrijfstak,
waarin zij geregeld werken;
e. aan vrouwen.
Voorts wordt aan diegenen. die tijdens hun werkloos-
heid zijn gehuwd, geen „gehuwden-uitkeering ver-
strekt dan nadat zij een jaar gehuwd zijn, of na hun
huwelijk drie maanden in het vrije bedrijf hebben ge-
Diegenen, die gaan huwen, terwijl zij als kostganger
steun genoten, kunnen ook na hun huwelijk den steun
voor kostgangers behouden, zoolang zij nog geen drie
maanden in het vrije bedrijf hebben gewerkt.
Artikel 12.
De steunbedragen worden voor elken persoon in het
bijzonder vastgesteld door den Burgemeester.
Artikel 13.
Door den Burgemeester wordt aan een ieder, die voor
ondersteuning in aanmerking wenscht te komen, een
aanvraagformulier ter invulling en onderteekening uit-
gereikt.
Veranderingen in de omstandigheden van den ge-
steunde en diens gezin moeten, voor zoover deze van
invloed kunnen zijn op de vaststelling van het steun-
bedrag, door den ondersteunde onverwijld aan den Bur-
gemeester worden medegedeeld.
Bovendien moet wekelijks een opgave (inkomsten-
briefje) verstrekt worden van de gezinsinkomsten. Dit
inkomstenbriefje moet des Maandags vôör 12 uur, vol-
gende op de week waarop het betrekking heeht, ten
Raadhuize worden ingeleverd.
Geen steun wordt verleend, behoudens in zeer bg-
