46
slag in de hondenbelasting in aanmerking komt en nog
niet eerder in deze gemeente een aanslag ontving, is
verplicht tot het doen van aangifte op eenzelfde formu-
lier als in het eerste lid genoemd. Het niet of niet be~
hoorlijk invullen of het niet tijdig inzenden van het
aangifteformulier wordt, onverminderd het bepaalde bij
art. 306 der gemeentewet gestraft met een hechtenis van
ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten
hoogste driehonderd gulden.
Artikel 8.
De kohieren voor de hondenbelasting worden, nadat
zij zijn vastgesteld, doorgezonden aan den gemeente-
ontvanger.
Deze zendt zoo spoedig mogelijk aan ieder der aan-
geslagenen een aanslagbiljet, vermeldende naam en
adres van den belastingschuldiqe, aantal honden, bedrag
der verschuldigde belasting, plaats en wijze van be-
taling, dagen en uren waarop voor de ontvangst zitting
wordt gehouden en vervaldag(en).
Tevens kan bij het aanslagbiljet een penning worden
toegezonden, ten einde door de(n) hond(en) te worden
gedragen. Bij verlies van deze penning kan een nieuwe
worden verkregen tegen betaling van vijftig cent. De
hondenpenning geldt niet als bewijs van betaling.
Artikel 9.
De gemeente-ontvanger of zijn waarnemer is ver-
plicht van iedere contante betaling onmiddellijk kwi-
tantie op het aanslagbiljet te stellen.
Bij betaling per giro of postwissel geldt het daarvoor
ontvangen bewijs als kwitantie.
Artikel 10.
De aanslagen zijn in één termijn invorderbaar. Deze
termijn vervalt op den negentigsten dag na dien van de
dagteekening van het aanslagbiljet.
De verschuldigde belasting is dadelijk invorderbaar
wanneer de aangeslagene in staat van faillissement
wordt verklaard of op zijn roerende of onroerende goe-
deren executoriaal beslag wordt gelegd.
Artikel 11.
De invordering der belasting geschiedt overigens
overeenkomstig de artikelen 291 tot en met 295 der
gemeentewet
Artikel 12.
Een verzoek om ontheffing op grond van artikel 5