A 8 13 Maart 1944. VASTSTELLING UITGEGEVEN BEDRAG PER LEERLING AAN BELOONING VAK- ONDERWIJZERS OVER 1943. De Burgemeester van Heemstede, ter waarneming van de taak van den raad dier gemeente; Overwegende, dat in artikel 101 bis, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 is bepaald, dat indien de gemeente ten behoeve van een of meer openbare scholen vakonderwijzers heeft aangesteld, jaarlijks vôôr 1 April moet worden vastgesteld hoe groot het gemiddeld be- drag is geweest, dat in het afgeloopen kalenderjaar per leerling aan de openbare scholen in deze gemeente aan belooning voor vakonderwijzers is uitgegeven, terwijl volgens het vijfde lid van genoemd artikel de belooning wordt berekend met inbegrip van de niet op de vak- onderwijzers verhaalbare pensioensbijdragen en voor de berekening van het gemiddeld aantal leerlingen de wijze van tellen wordt gevolgd, aangegeven in artikel 28, zesde en zevende lid der wet; dat het totaal bedrag der belooning van vakonder- wijzers voor het gewoon lager onderwijs, met inbegrip der niet-verhaalbare pensioensbijdragen, over 1943 heeft bedragen f 1423.12, het gemiddeld aantal leerlin- gen 662; dat bedoeld totaal bedrag voor het uitgebreid lager onderwijs heeft bedragen f 3698.82, het gemiddeld aantal leerlingen 256; het in artikel 101 bis, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 bedoeld bedrag, zijnde de kosten van het openbaar vakonderwijs over het jaar 1943, vast te stellen per leerling op f 2.15 voor het gewoon lager onderwijs en op 14.45 voor het uitgebreid lager onderwijs. BESLUIT: HEEMSTEDE, 13 Maart 1944. De Burgemeester voornoemd K 1349

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1944 | | pagina 1