18
31 Mei 1944.
2
3. Van het bepaalde in het eerste lid is vrijstelling
mogelijk voor het bouwen van:
a. boerderijen, bollenloodsen en andere vrijstaande
gebouwen en woningen ten dienste van de uit-
oefening van den land-, tuin- of boschbouw of
de veehouderij, benevens buitenplaatsen en land-
huizen, een en ander mits deze gebouwen niet
gelegen zijn binnen een afstand van 100 M. van
andere niet op hetzelfde erf geplaatste gebou-
wen;
b. gebouwen voor den openbaren dienst, het open-
baar verkeer of het algemeen nut;
c. gebouwen ten dienste van handel en nijverheid,
indien deze opgericht worden anders dan in een
geheel of grootendeels door wegen omgeven
bouwblok.
4. In geen geval mag echter een gebouw zoodanig
worden opgericht, dat het niet met de in de gemeen-
te beschikbare brandbluschmiddelen te bereiken zou
zijn.
b. artikel 49 vervalt.
c. na artikel 50 wordt ingevoegd een nieuw artikel,
luidende als volgt:
Artikel 50a.
1. a. Bij het bouwen van een bouwwerk, als bedoeld
in art. 11, onder le, 2e, 3e en 6e mag de voor-
gevelrooilijn aan de wegzijde niet worden over-
schreden en voor zoover het betreft een gebouw,
moet de voorgevel worden geplaatst in het ver-
ticale vlak, gaande door de voorgevelrooilijn.
b. Bij het oprichten van een gebouw aan een weg
moet de voorgevel geplaatst worden in de voor-
gevelrooilijn.
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing
op afvoerpijpen van hemelwater, op gevellijsten,
pilasters, plinten, luchtkanalen, rookkanalen, stoep-
treden, dorpels en soortgelijke werken met een voor-