18 31 Mei 1944. 5
vijfde gedeelte van het in het eerste lid van artikel
53 verplichte gedeelte open erf.
Hiervan kan vrijstelling worden verleend voor:
a. uitbouwen van hoekgebouwen;
b. uitbouwen van gebouwen, welke niet ter be-
woning zijn ingericht of bestemd;
c. uitbouwen niet hooger dan gemiddeld 3.10 M.
boven de weghoogte van gebouwen, waar-
van de beganegrondverdieping niet ter bewoning
is ingericht of bestemd.
e. artikel 53 wordt vervangen door een nieuw artikel
53, luidende als volgt:
Artikel 53.
1. Achter elk gebouw moet onbebouwd worden ge-
laten een gedeelte van het daarbij behoorende erf
°ver de volle breedte van het gebouw en tot een
diepte gelijk aan de hoogte van den achtergevel,
gemeten van het erf tot het hoogste punt van den
achtergevel of tot halverwege een topgevel, met
dien verstande, dat die diepte tenminste 5 M. moet
bedragen.
2. Op een open erf achter een gebouw mogen geen
andere gebouwen worden gebouwd dan die welke
aan de volgende eischen voldoen:
a. zij mogen geen grootere hoogte hebben dan in
art. 52 derde lid onder e omschreven;
b. zij mogen geen grootere inhoud hebben dan
45 M3;
c. zij mogen niet worden opgericht binnen een af-
stand van anderhalf maal hun hoogte gemeten
uit het meest achterwaarts gelegen deel van het
hoofdgebouw;
d. zij moeten uitsluitend ten dienste staan van de
gebruikers van het hoofdgebouw;
e. zij mogen tezamen niet meer dan een vijfde deel
van het open erf, noch, voor zoover staande op
het ingevolge het eerste lid van dit artikel ver-