25 April 1946. 29 Op een vraag van den Voorzitter wordt het voor- stel van den heer Mr. Bakhuizen van den Brink onder- steund door de heeren Rijkes en Van der Erf. De heer Disselkoen heeft tegen het voorstel zelf geen bezwaar. Toch acht spreker het onjuist om op deze wijze een dergelijke redactiewijziging in behandeling te brengen. Spreker zal daarom tegen stemmen. De heer Van Unen, Wethouder, zet uiteen, dat de geldgeefster alleen dan de eisch tot uitgifte van obli- gaties zal stellen, als zij geld noodig heeft en dit door beleening niet te verkrijgen is. Het voorstel van den heer Mr. Bakhuizen van den Brink, door den Voorzitter in stemming gebracht wordt verworpen met 214 stemmen. Vöör het voorstel stemden de heeren Rijkes en Mr. Bakhuizen van den Brink. Tegen het voorstel stemden de heeren Disselkoen, Zonneveld, Mr. Pliester, Eekhof, Verspoor, van der Erf, Kamerbeek, Peeperkorn, Dr. Brongersma, Tel, Reijnders en de Wethouders van Lent, Jhr. van de Poll en Van Unen. De heer Mr. Pliester wijst er op, dat de gevolgen van het bepaalde bij art. 8 onoverzienbaar zijn, Het zou n.l. kunnen blijken, dat de in dit artikel bedoelde lasten zoo hoog zijn, dat de winst die nu verkregen wordt, geheel weg zou zijn. Volgens sprekers mededeeling, zouden in Amerika de belastingen op rentebetalingen reeds 30% bedragen. Het is, aldus spreker, nu maar de vraag wat voor systeem van belastingheffing in ons land wordt ingevoerd. De consequenties zijn daarvan z.i, dan ook niet te overzien. Hoewel spreker het ongewenscht vindt om thans aan die voorwaarde te tornen en de gemeente het risico dus maar moet nemen, verzoekt spreker toch den volgenden keer hier aandacht aan te willen schen- ken, De heer Jhr. van de Poll, wijst er op, dat dit artikel ook voorkomt in de af te lossen leeningen. Het is dus niet mogelijk hierin nu plotseling verandering te bren- gen, Het kan mogelijk gevaarlijk worden, maar op het oogenblik is dat toch niet zoo. Als de geldgevers op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1946 | | pagina 13