24
25 April 1946.
De Voorzitter wijst den heer Rijkes er nog op, dat
het hier een belasting geldt, waarvan altijd beroep open
staat bij den Raad van Beroep.
De ontwerp-besluiten worden vervolgens zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
IV. VASTSÏELLING UITGEGEVEN BEDRAG
PER LEERLING AAN BELOONIING
VAKONDERWIJZERS.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgno,
8. Vaststelling uitgegeven bedrag per leerling aar
belooning vakonderwijzers over 1945,
De Voorzitter deelt mede, dat de Commissie voor
het Onderwijs zich, blijkens haar advies, met het ont-
werp-besluit kan vereenigen.
Den heer Rijkes heeft het gefrappeerd, dat de koster
van het vakonderwijs over 1945, voor het uitgebreid
lager onderwijs per leerling f 18.38 bedragende, zoo
hoog zijn in verhouding tot die van het lager onder-
wijs, f 2.52 bedragende, Spreker vraagt, hoe dit te
verklaren is.
De heer Van Unen, Wethouder, antwoordt, dat dit
heel begrijpelijk is. Onder het vakonderwijs is ook be-
grepen het gymnastiekonderwijs. Dit wordt voor de
lagere school gegeven in de 2 hoogste klassen, terwijl
dit voor de u.l.o, school aan alle klassen gegeven wordt.
Het aantal leerlingen van het lager onderwijs is bedui-
dend grooter dan dat van het uitgebreid lager onder-
wijs, waardoor bij deeling, om het Bedrag per leerling
te verkrijgen, het quotient zooveel kleiner is.
De heer Disselkoen merkt nog op, dat de vraag van
den heer Rijkes den indruk zou kunnen wekken, dat dit
belangrijke verschil alleen in Heemstede zou voorko-
men. Spreker stelt er prijs op te verklaren, dat de kos-
ten van het vakonderwijs in verhouding tot elders, laag
genoemd kunnen worden.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hobf-
delijke stemming vastgesteld.