GELDLEENING 150.000—.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders
Gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT:
ter bestrijding van de aflossing op 10 October 1946
van het restant ad 155.000.verminderd met de
in 1946 verschuldigde gewone aflossing ad 5000.
der 3f °/o geldleening aangegaan krachtens raadsbesluit
van 26 Maart 1936, no. 21 oorspronkelijk groot
200.000.ten laste van de gemeente Heemstede
eene geldleening aan te gaan met de Stichting Pen-
sioenfonds van 1926 der Rotterdamsche Bankver-
eeniging te Rotterdam, tot een nominaal bedrag van
150 000.tegen eene jaarlijksche rente van 3f-°/0,
koers 100 °/0, en verder op den grondslag van de
volgende bepalingen
1. de gelden zullen worden opgenomen op 1 Octo-
ber 1946;
2. de verschuldigde rente wordt door de gemeente
halfjaarlijks betaald door overboeking op de reke-
ning van geldgeefster bij de Rotterdamsche Bank
N.V. te Rotterdam op den lsten April en den
lsten October over het alsdan verloopen tijdvak;
3. Jaarlijks zal op 1 October op de wijze als hiervoor
onder 2 is bepaald worden afgelost een bedrag
van 5000.zullende de eerste aflossing -plaats
hebben op 1 October 1947. De gemeente verplicht
zich echter tot dadelijke terugbetaling van het
geheele nog uitstaande bedrag der leening vanaf
1 October 1966, wanneer dit door geldgeefster
wordt verlangd; hierbij zal een opzeggingstermijn
van één maand in acht genomen worden;
4. de storting der gelden zal geschieden op nader
door Burgemeester en Wethouders aan te geven
wijze. Na ontvangst van het leeningsbedrag zal
daarvoor eene schuldbekentenis worden afgegeven
5. Tot 1 October 1949 is vervroegde, geheele of
gedeeltelijke aflossing niet toegestaan, tenzij dan
tegen eene vergoeding van 1 °/0 over het ver-
22 Juli 1946.