76
22 Juli 1946
Woningtoezicht, waarbij een ingenieur zeker op zijn
plaats is, vooral als de bouwnijverheid opleeft. De door
den heer Reijnders genoemde f 10.000.subsidie is
een kwestie van boeking, De toelichting van dezen
post op de beg'rooting zegt volgens spreker voldoende.
Dingen die niet op een bepaalden post zijn onder te
brengen, zijn hier ondergebracht, zooals het uitbren-
gen van adviezen van algemeenen aard aan Burge-
meester en Wethouders,
De heer Reijnders merkt op, dat uit het betoog van
den Wethouder blijkt, dat de adjunct-directeur niet
veel te doen heeft, Zijn werk ligt in de toekomst bij
opleving van het bouwbedrijf. Vast staat volgens spre-
ker, dat er een ongemotiveerde haast bij deze benoe-
ming is betracht. Spreker hoopt dat Burgemeester en
Wethouders in dezen Raad de formatie van het per-
soneel bij Openbare Werken te sprake zullen brengen.
De heer Van Lent, Wethouder, zegt, dat de heer
Reijnders hem verkeert heeft begrepen. Spreker heeft
niet gezegd, dat de adjunct-directeur niet veel te doen
zou hebben, doch dat diens capaciteiten bij opleving
van de bouwnijverheid, tevens dienstbaar zullen zijn.
De heer Reijnders vraagt, of Burgemeester en Wet-
houders bereia zijn, om, voordat tot vaste aanstelling
van de adjunct-directeur wordt overgegaan, de top-
formatie van het personeel van dit bedrijf in den Raad
ter sprake te brengen.
De heer Van, Lent, Wethouder, acht dit niet juist.
De heer Reijnders wil dezen post dan schrappen.
De heer Disselkoen vraagt, welke bedenking de heer
Van Lent heeft tegen bespreking van de personeels-
formatie.
De heer Van Leht, Wethouder, heeft daar geen be-
hoefte aan.
De heer Disselkoen zegt, dat de Raad daar behoefte
aan kan hebben.
De heer Reijnders stelt voor, dat alvorens de adjunct-
directeur van Openbare Werken in vasten dienst wordt