131 31 October 1946.
stede een vervoersondernemer woonachtig is, die in
blzlt .ls, ,van vervoersmiddelen en personeel daar-
voor beschikbaar heeft, maar een vergunning mist van
de Rijksverkeersinspectie om een dienst op Amsterdam
te kunnen gaan njden. Vroeger heeft hij concessie qe-
had voor een autobusdienst Zandvoort—Amsterdam
bpreker verzoekt den Raad te besluiten, Burgemeester
en Wethouders uit te noodigen, pogingen aan te wen-
den, om van de Rijksverkeersinspectie gedaan te krij-
gen dat deze ondernemer een lijn Heemstede—Am-
sterdam mag exploiteeren. Dit zou de reis naar Am-
sterdam belangnjk bekorten. Spreker acht een derqe-
hjke verbmding in het belang van de gemeente,
De Voorzitter antwoordt, dat hij zich op deze zaak
niet heeft kunnen voorbereiden, waarom hij het ver-
standiger oordeelt om den Raad nu geen uitspraak te
laten doen. Spreker voelt aan, dat aan deze kwestie
hoekjes en puntjes vastzitten. Burgemeester en Wet-
houders kunnen echter hun gedachten over deze kwes-
laten 9aan' totdat de zaak rijp is voor behandeling.
De heer Mr. Zeelenberg begrijpt waar de Voorzitter
op doelt en waarom hij in deze zaak terughoudend is
aangesneden materie laakt n.l. het ueheele ver-
keersvraagstuk. Toch vraagt spreker aan Burgemeester
en Wethouders om speciaal aan de verbinding met
Amsterdam aandacht te schenken en aan een autobus-
ciienst steun te verleenen.
V erkeersborden.
De heer Brink1 spreekt een woord van lof aan het
adres van den dienst ..van Openbare Werken voor het
v werk dat reeds is verricht. Spreker wil echter er
nog op wijzen, dat-de verkeersborden die een school
aangeven, niet te zien zijn. Ook de richtingaanwijzers
Haarlem, Den Haag, zijn onduidelijk. Waar er reeds
gesproken is over de verlichting, wil spreker noq de
aandacht vestigen op de verlichting van de verkeers-
pijien.
De heer Van Lent, Wethouder, geeft toe, dat de bor-
den aangevende een school, een opknappertje noodiq
nebben. Deze borden moeten opnieuw gespoten worden.