157 28 November 1946.
handschoenenfabriek, waarvoor een huis voor 2 gezin-
nen aan bewoning werd onttrokken. Vervolgens heeft
de Vries aan den Binnenweg zijn winkel uitgebreid;
weer een woning onttrokken. Op grond van een rech-
terlijk bevel werd n.l. de bovenbewoonster uit haar
woning gezet. Spreker gelooft niet, dat de rechter hierin
iets te vertellen heeft. Deze dame moest nu natuurlijk
uit de woning, maar er was geen enkel bezwaar om
deze woning aan een ander te geven. Spreker wijst op
het geval Riezouw, vischhandelaar aan den Binnenweg,
die jarenlang zijn bovenwoning afzonderlijk heeft ver-
huurd. Toen de bovenbewoner wegging, is deze woning
zonder meer bij het perceel van Riezouw getrokken.
Spreker vraagt, of Burgemeester en Wethouders de
hiervoor gebruikte argumenten kunnen mededeelen.
Tenslotte heeft Janmaat, kruidenier aan den Binnenweg
zijn winkel uitgebreid, waardoor weer kamers aan di
woonruimte werden onttrokken. Vermoedelijk zal daar-
door zijn woning te klein zijn geworden, waaruit de
behoefte ontstaat aan een tweede woning. Spreker ge-
looft, dat deze gevonden wordt in het huis naast diens
winkel gelegen. In den normalen tijd acht spreker het
juist, dat zaken worden uitgebreid. In dezen tijd van
woningnood, acht spreker het echter onjuist, dat Bur-
gemeester en Wethouders gelegenheid geven om woon-
ruimte aan hare bestemming te onttrekken.
Spreker herinnert er aan, dat door den Heer Dissel-
koen in den noodraad reeds geklaagd werd over den
geringen voortgang, die door de commissie ad hoc i.z.
het woningvraagstuk werd gemaakt. Door den heer Mr.
Bakhuizen van den Brink werd toen toegezegd, dat
binnenkort door hem een vergadering van deze com-
missie bij elkaar zou worden geroepen. Dit was vöôr
September. In September is spreker benoemd tot lid
van deze commissie. 12 October heeft spreker aan den
Voorzitter gevraagd voor deze commissie een vergade-
ring uit te schrijven. Aanvankelijk kwam daarop geen
antwoord. Door spreker werd toen een rappêl gezon-
den. Als antwoord daarop werd door den Voorzitter
geschreven, dat hij eind October een vergadering zou
uitschrijven. Spreker wil hiermede niets onvriendelijks
zeggen aan het adres van den heer Mr. Bakhuizen var.