4
30 Januari 1947.
IV. CREDIET HERSTEL VAN VOETPADEN
EN RIJWEGEN IN 1947.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de
gedrukte stukken onder volgno.
2, Herstel van voetpaden en rijwegen in 1947.
De Commissie voor Openbare Werken heeft hierop
gunstig geadviseerd.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders
oorstellen het benoodigde crediet voor het herstellen
van de bitumenvoetpaden en rijwegen, te bepalen op
f 212.000,Bij de gehouden aanbesteding is gebleken.
dat de laagste inschrijving van de N.V, Maatschappij
Wegenbouw te Utrecht bedraagt f 197,500,terwijl
hierbij komt een bedrag van f 14,500,— voor algemeenc
onkosten. De raming bedroeg f 202.000.
De heer Hopstaken vraagt, wat de bedoeling van
deze aanbesteding was, n.l. het te gunnen aan den laag-
sten inschrijver in massa of aan den laagsten in schrij-
ver per onderdeel. Er zijn n.l. 3 onderdeelen, gemerkt
A, B en C. Voor A en B was een andere firma de laag-
ste inschrijfster en voor C de N.V. Mij. Wegenbouw.
Indien men de eerste 2 perceelen aan de laagste in-
schrijfster gunt, dan zal het geheel f 5.500.— goed-
kooper worden.
De heer Van Lent, Wethouder, antwoordt, dat de
berekening van den heer Hopstaken inderdaad juist is.
De laagste inschrijfster voor de onderdeelen A en B is
echter een firma die tijdens den oorlog gecollaboreerd
heeft en waarover nu een beheerder is aangesteld. Bur-
gemeester en Wethouders staan op het standpunt, dat
aan een dergelijke firma geen werk van overheidswege
moet worden opgedragen.
De heer Hopstaken. wijst er op, dat de firma nu toch
in andere handen is, welke personen toch niet kunnen
helpen, dat de oorspronkelijke firmanten verkeerd ge-
daan hebben.
De heer Van Lent, Wethouder, antwoordt, dat de