30 Januari 1947.
7
De heer Dr. B/ongersma zegt, dat in het voor-
oorlogsch Italië de wegen versierd waren met teksten
van Mussolini. Eén daarvan ,,Io amo gli alberi" of in
het Nederlandsch ,,Ik houd van boomen" acht spreker
waard tot de zijne te maken, Het heeft spreker gespe-
ten, dat de boomen ook in deze gemeente de laatste
jaren zooveel geleden hebben, doordat er tengevolge
van den brandstoffennood veel van ons boomenbezit is
weggekapt. Zoo heeft Groenendaal ook veel geleden,
waar men nu alle moeite voor doet om het weer te her-
stellen, Spreker staat op het standpunt, dat geen noode
looze vernieling van het boomenbezit moet plaats vin-
den, Met schrik heeft spreker dan ook bemerkt, dat
men een van onze mooiste lanen in de gemeente wiî
opofferen. Zooals men altijd wel een stok zal vinden
om een hond te slaan, zoo zal men altijd wel een bijl
vinden om een boom mee om te hakken. Nu verdedigt
men het kappen der boomen in de bedoelde laan, door
te wijzen op de vochtigheid der aangrenzende huizen
welke dan door de boomen zou worden veroorzaakt.
Spreker wijst er op, dat de grond waarop deze huizen
staan zeer vochtig is. Daar komt nog bij, dat tengevolge
van de brandstoffenschaarschte de Kuîzen niet vol-
doende droog gestookt kunnen worden. De bewoners
der laan beroepen zich bij hun verzoek om de boomen te
rooien, ook op het bijzondere belang dat zij bij deze
zaak hebben. Daartegenover, aldus spreker, staat echter
het algemeen belang, dat het behoud van een mooie
iaan voorsrhrijft. Bij een groeiende bevolking dient er
in het algemeen belang tegen gewaakt te worden, dat
te veel bocmen worden gekapt, ook al om klimatorische
en hygiênische redenen. De naar voren gebrachte mo-
tieven voor het kappen der boomen acht spreker dan
ook niet van overwegenden aard, waarom hij zijn stem
aan dit voorstel zal onthouden als geen andere motie-
ven, die vöör het kappen der boomen pleiten, naar
vorén worden gebracht.
Ten slotte wil spreker nog vragen, hoe het zit met
het kappen der boomen in de Zandvoortschelaan en de
Vrijheidsdreef.
De heer Zegwaart is het eens met het gesprokene
door den heer Dr, Brongersma, Spreker vraagt of het