27 Februari 1947.
42
verondersteld. dat deze gemeente gedrongen wordt in
den hoek der noodlijdendheid. Spreker hoopt, dat Bur-
gemeester en Wethouders nog zoo kunnen regeeren, dat
Heemstede in de komende jaren niet in de groep nood-
lijdende gemeenten terecht komt.
De heer Dr. Brongersma heeft er verder de aandacht
op gevestigd of het geen aanbeveling zou verdienen om,
in geval de gemeente haar taak in sociaal opzicht niet
meer zou kunnen vervullen, haar financieele zelfstandig-
heid te laten varen en hierover het oordeel gevraagd
van de andere raadsfracties. Als de heer Dr. Brongers-
ma de kwestie zöö stelt, dan kunnen de Anti-Revolu-
tionnairen dit standpunt volkomen deelen. Een alge-
meene uitspraak daarover vandaag te geven, lijkt spre-
ker niet mogelijk. Wat en welke sociale maatregelen
veroorzaken die noodzaak? Spreker kan zich niet uit-
spreken over omstandigheden die hij niet kent. Deze
moeten spreker eerst genoemd worden. Spreker acht
het meer wenschelijk, dat de Raad uitspreekt, dat zij
het aantal noodlijdende gemeenten niet vergroot wil
zien en bij Den Haag aandringt op bekendmaking van
datgene wat wij hebben te verwachten. Wij kunnen
misschien, aldus spreker, onze inkomsten vergrooten
door uitbreiding van het aantal bedrijven in deze ge-
meente, waardoor de Ondernemingsbelasting kan wor-
den opgevoerd. Of dit niet zal leiden tot vestiging van
bedrijven die, landelijk bezien, niet in deze gemeente
thuis hooren, is voor spreker een vraag. Gemakkelijk
worden in dergelijke gevallen aan ondernemingen faci-
liteiten verleend, die op de economische welvaart een
nadeeligen invloed hebben.
Altijd werken met groote onbekenden en met toe-
zeggingen, dat men waarschijnlijk kan rekenen op een
toelage uit Den Haag van een X bedrag, werkt rem-
mend en spreker hoopt daarom, dat hieraan spoedig een
einde komt. Dit is geen behandeling van een begrooting,
doch een kwestie van groepeering van cijfers binnen het
raam van groote onbekenden. De financieele structuur
maakt ieder initiatief voor de gemeenten onmogelijk.
Spreker dringt aan op een voorzichtig financieel beleid
van Burgemeester en Wethouders en hoopt, dat de ge-
meente spoedig van Den Haag zal weten waaraan ze
toe is.