27 Februari 1947,
44
raadsfracties eerst inzage van de begrooting krijgen, als
de begrooting thuis bezorgd is. Als we over iets willen
worden ingelicht, dan dient een gang naar 't gemeente-
huis te worden gemaakt, waarbij spreker direct wil op-
merken, dat het Dagelijksch Bestuur altijd bereid ge-
vonden werd om de noodige inlichtingen te verschaffen.
De partij, die spreker vertegenwoordigt, wordt dooi
velen beschouwd als een groep criticasters. Sprekers
partij wil echter positief werk verrichten en niet alleen
in het negatieve leven. De gemeentebesturen zijn tegen-
woordig aan handen en voeten gebonden en hebben
geen vrije hand van handelen. Het is voor een buiten-
staander vaak moeilijk om uit te maken of een College
van Burgemeester en Wethouders vooruitstrevend of
reactionnair is. 't Laatste kan van dit College niet ge-
zegd worden. Dit neemt niet weg, dat spreker vele din-
gen in onze gemeente graag anders zou willen hebben,
hoewel spreker beseft, dat dit niet altijd mogelijk is.
Zoo acht spreker de salarissen van de gemeente-werk-
lieden en het onderwijzend personeel onvoldoende.
Hierin kan echter geen verbetering worden aangë-
bracht, omdat het loonplafond bereikt is. Zoo ook zou
spreker gaarne melkverstrekking aan de schooljeugd
zien ingevoerd. Spreker weet, dat de heer Disselkoen
alle moeite heeft gedaan om dit te bereiken, maar dat
het nog niet mogelijk is, omdat deze gemeente nog niet
onder de groep van gemeenten met 25.000 inwoners
valt. Spreker juicht het toe, dat in deze begrooting de
kwestie van de meterhuren is aangesneden, waardooi
velen hiervan zullen worden vrijgesteld. Het heeft spre-
kers hart getroffen, dat in deze begrooting een memo-
riepost voorkomt voor de oprichting van een openbare
leeszaal. Spreker hoopt, dat het mag gelukken om deze
tot stand te brengen.
In deze vergadering is al heel wat gesproken over de
autonomie van de gemeenten. Dit onderwerp dreigt dan
ook vervelend te worden. Spreker is het niet met den
heer Dr. Brongersma eens, dat de autonomie der ge-
meenten bij Mr. Oud of Minister Beel in goede handen
is. Alles in Den Haag is niet in goede handen. Minister
Beel is geen paladijn van de democratie, maar veeleer
een paladijn van Beëlzebub. Men zal het de reactie
moeten toegeven, dat zij een gouden tijd beleeft. Hadden