27 Februari 1947,
52
aan te brengen. De opmerkingen van de verschillende
sprekers bij de algemeene beschouwingen beantwoor-
dende. constateert spreker, dat er op drie punten volle-
dige overeenstemming bestaat n.l. in de eerste plaats
de gelukkige omstandigheid, dat Burgemeester en Wet-
houders er in zijn geslaagd een sluitende begrooting
samen te stellen, in de tweede plaats de noodzakelijk-
heid om te streven naar herstel van een redelijke finan-
cieele zelfstandigheid en naar autonomie in het gemeen-
telijk beheer en in de derde plaats de, noodzakelijkheid
om wijziging te brengen in de financieele verhouding
tusschen het Rijk en de gemeenten, waardoor in de toe-
komst een betere basis voor de gemeentelijke inkomsten
kan worden verkregen. Spreker sluit zich aan bij het
door den heer Mr. Zeelenberg betôogde, dat het vraag-
stuk der gemeentelijke zelfstandigheid en dat der finan-
cieele onafhankelijkheid niet één vraagstuk zijn, want
het tot standkomen van een betere financieele regeling
binnen korten tijd beteekent nog niet dat dan tevens een
einde gemaakt zou zijn aan de beknotting van de
gemeentelijke autonomie, De raad kan zich er van over-
tuigd houden, dat Burgemeester en Wethouders zich in
deze kwestie noch collegiaal noch individueel op den
kop laten zitten en zullen trachten te bereiken wat
mogelijk is.
Wat de financieele regeling betreft kunnen Burge-
meester en Wethouders mededeelen, dat op initiatief
van Wethouder Disselkoefi getracht is een samenwer-
king tusschen de woongemeenten tot stand te. brengen.
Reeds is een vergadering van vertegenwoordigers van
verschillende dier gemeenten te Heemstede gehouden
in welke vergadering een commissie is benoemd om het
vraagstuk der financieele verhouding, speciaal voor wat
betreft de gevolgen voor deze soort van gemeenten
nader te onderzoeken en uit te werken. Spreker ver-
wacht van deze samenwerking een gunstigen invloed.
Op gelijke wijze zal met de in dezelfde omstandigheden
als Heemstede verkeerende gemeenten kunnen worden
samengewerkt om het gevaar van het expansionisme
der groote gemeenten te bestrijden. Ook in dit opzicht
zullen Burgemeester en Wethouders het noodige doen.
De heer Dr. Brongersma heeft het spreker gemakke-
lijk gemaakt door een juist en duidelijk beeld te geven