53
27 Februari 1947.
van de oorzaken, welke hebben geleid tot de Kuîcuge
onbevredigende financieele situatie. Spreker sluit zich
bij diens woorden aan en! heeft er niets aan toe te voe-
gen. Het is van het grootste belang uit dezen toestand
te geraken, daar anders het gevaar bestaat, dat Heera-
stede eveneens noodlijdend wordt. Op een ander aspect
hebben de heeren Dr. Brongersma en van den Berge het
licht laten vallen n.l, om zich niet tort et travers
tegen noodlijdendheid te verzetten wanneer daardoor
noodzakelijke söciale maatregelen zouden moeten wor-
den prijsgegeven. Burgêmeester en Wethouders staan
op het standpunt. daf het niet noodzakelijk moet worden
geacht reeds nu voor de samenstelling van de begroo-
ting van het jaar 1948 vaste gedragslijnen uit te stip-
pelen, maar zij deelen wel de zienswijze van den heer
Dr. Brongersma, dat wanneer er een keuze moet wor-
den gedaan tusschen het nalaten van uitgaven, nood-
zakelijk voor een goede behartiging van de belangen
der inwoners, en de noodlijdendheid, ernstig overwogen
dient te worden welke richting men in zal slaan, De
heer Dr. Brongersma heeft terecht opgemerkt, dat de
begrooting, zooals zij daar ligt, voor Burgemeester en
Wethouders en den raad een aansporing moet zijn
voorzichtigheid bij het doen van uitgaven te betrachten
en vooral onnoodige uitgaven achterwege te laten.
Burgemeester en Wethouders namen het standpunt in,
dat, hoewel de gemeente niet door het oorlogsgeweld
getroffen werd, zij toch de nadeelige gevolgen van dien
tijd ondervonden heeft, Een herstel tot een behoorlijk
peil werd wel bereikt maar het vooroorlogsche nog niet
benaderd. Met het doen van niet strikt noodzakelijke
uitgaven zal nog terdege dienen te worden opgepast,
In het algemeen zal er waarschijnlijk niet zoo hard
kunnen worden doorgewerkt aan verbeteringen en her-
stellingen als Burgemeester en Wethouders aanvanke-
lijk meenden te kunnen doen. Het zal dan ook wel eens
voorkomen, dat de komende raadsagenda's minder be-
langrijke punten zullen, vermelden dan tot dusverre het
geval was.
De heer Dr. Brongersma heeft tenslotte nog over de
tarieven van gas, duinwater en electriciteit gesproken
en ofschoon deze ongetwijfeld een financieel aspect
hebben, wil spreker de beantwoording van deze opmer-