27 Februari 1947.
74
Hij stelt voor het salaris en de kleedingtoelage van
dezen politie-ambtenaar van de begrooting af te voeren
en vraagt aan den Voorzitter, daar het hem bekend is
dat zijn naam niet op den salarisstaat voor de* politie
over de maand Januari 1947 is voorgekomen, of hem op
eenige andere wijze salaris over die maand betaald is,
ondanks het door den Minister van Justitie verleende
ontslag.
De heer de Ronde heeft aan het gesprokene door den
heer Reijnders niets toe te voegen na wat hij vanmorgen
al gezegd heeft.
De heer van den Berge merkt op, dat in een vergade-
ring van de Financieele Commissie reeds gesproken is
over den moreelen kant van één der beide besproken
gevallen. Voorts werden daar nog enkele formeele op-
merkingen aan toegevoegd omtrent het gezag van de
uitspraak der Zuiveringscommissie en het gezag van
het hoofd der plaatselijke politie.
Spreker had niet verwacht. dat er in den Raad nog
meer over gezegd zou worden, maar nu dit wel het ge-
val is gebleken wil hij ook nog iets in het midden
brengen en een paar inlichtingen vragen. In de ver-
gadering van genoemde commissie is daar niet verder
over gesproken, maar is het juist, dat bedoelde hoofd-
agent per 18 Maart 1947 gepensionneerd zal worden?
Wij hebben uit de circulaire van den Burgemeester aan
de raadsleden kunnen lezen, dat volgens de subjectieve
meening van den Burgemeester en den Hoofd-Inspec-
teur van Politie gebaseerd op objectieve gegevens deze
ambtenaar niet meer past in het corps. Spreker vraagt
den Voorzitter of deze er, in verband met deze langza-
merhand veel besproken kwestie, niet toe zou willen
overgaan de objectieve overwegingen, welke geleid heb-
ben tot deze subjectieve beslissing, kenbaar te maken
aan den Raad in deze of een geheime vergadering.
De heer Dr. Brongersma wil allereerst zijn medege-
voel uitspreken met dezen gedupeerden ambtenaar van
politie. Uit het overzicht van de sterkte van het politie-
corps blijkt, dat er in de top twee ambtenaren boven de
normale sterkte in dienst zijn. Het zal ongetwijfeld een
buitengewoon zware taak zijn bij de indeeling van de
werkzaamheden deze twee menschen beiden belangrijk