27
27 Februari 1947.
De Voorzitter stelt de leden eerst in de geleqenheid
tot het houden van
Algemeene Beschouwingen.
De heer Dr. Brongersma zegt, dat het hem aange-
naam is, m dezen tijd van mistroostige klanken over
koude en andere narigheid, bij de indiening van deze
begrootmg zijn vreugde over veel punten te kunnen
uiten. Vreugde op de eerste plaats over het feit dat
voor het eerst sinds de bezettingsjaren de begrooting op
normale wijze in den gemeenteraad kan worden be-
handeld. Spreker wil hiermede geen aanval op den
noodraad lanceeren, maar dit college was nog geen
normaal gekozen raad onder een normaal democratisch
bestel. Voorts is spreker verheugd over de aangename
sfeer in de vergaderingen onder de beproefde leiding
van den voorzitter. Doordat in hoogste instantie noq
geen beslissing genomen is op het beroep inzake de toe-
Iating van twee leden van den raad is dit college helaas
nog steeds incompleet. Spreker wenscht verder zijn
voldoening uit te spreken over de samenstelling van het
college van Burgemeester en Wethouders, welke een
juiste weerspiegeling vormt van de samenstelling van
den raad. De begrooting beziende stemt het allereerst
tot vreugde, dat noodlijdendheid kan worden voor-
komen. Hoewel alle reserves thans zijn uitgeput, kan
toch niet gezegd worden, dat men maar juist met de
hakken over de sloot gekomen is, immers voor den sluit-
Post onder volgnummer 678: ..Onvoorziene uitgaven
kon nog een bedrag van ruim /45.000.overblijven.
Dit gunstige beeld mag evenwel niet verhinderen. dat
in de naaste toekomst een voorzichtig financieel beleid
gevoerd wordt, en men zich onthoude van het doen van
uitgaven, welke niet dringend noodzakelijk zijn. Aan
den anderen kant mag echter ook weer niet zoodanig
bezuinigd worden, dat tot elken prijs noodlijdendheid
wordt voorkomen. In verband met de samenstelling van
de begrooting voor het jaar 1948 is het nuttig, dat de
raad zich thans reeds in principe uitspreekt of men zich
alsdan onder de noodlijdende gemeenten zal rangschik-
ken of niet. Wat zijn in het verleden de oorzaken ge-
weest waardoor de gemeenten noodlijdend werden? Tot
1930 bestond er voor de onderscheiden gemeenten in