2 Artikel 3. Behoudens het bepaalde in art. 2 is voor het begraven verschuldigd I. In de grafsteden bedoeld bij art. 2 Lett. a. Lett. b. Lett. c. voor het stoffelijk overschot van een persoon van 12jaar en daarboven/80.— /50.— /25.— voor het stoiFeiijk overschot van een persoon van 1 jaar en beneden 12 jaar 40.25.12.50 voor het stofFelijk overschot van een persoon beneden het jaar„20.12 50 6.25 II. Voor het begraven in graven, welke voor on- bepaalde tijd zijn uitgegeven, vöôr het in werking treden van deze verordening zijn verschuldigd de rechten vermeld onder I lett. b. III. In grafsteden op het algemene vak: voor het stofFelijk overschot van een per- soon van 12 jaar en daarboven f 12. voor het stoffelijk overschot van een per- soon van 1 jaar en beneden 12 jaar 6. voor het stoffelijk overschot van een per- soon beneden het jaar3. Voor het begraven van het stoffelijk overschot van personen, die laatstelijk niet in de bevolkingsregisters dezer gemeente stonden ingeschreven, zijn verschuldigd de hierboven genoemde rechten, vermeerderd met 50 pct. Artikel 4. Voor het begraven van het stoffelijk overschot van een persoon vôôr des voormiddags 8 uur en nâ des middags 2 uur, doch des Zaterdags reeds na des middags half één, is, boven de rechten in art. 3 ge- noemd, verschuldigd in een grafstede bedoeld bij art. 2 lett. a. 2 tt b. 2 c op het algemeen vak 40,- 30— 20— 10— tt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1947 | | pagina 20