14 Augustus 1947.
WONINGVOORZIENING.
Aan de Raad,
In Uw vergadering van 24 April j.l. hebben wij U
een overzicht gegeven van onze bemoeiïngen ten aan-
zien van de woningvoorziening in deze gemeente en
de moeilijkheden die wij daarbij hebben ondervonden.
Zoals wij in onze nota daaromtrent van 16 April 1947
hebben medegedeeld, hebben wij ons gericht tor de
Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting met
verzoek op korte termijn de vereiste vergunning te
doen verlenen ten einde de mogelijkheid te openen, dat
de gemeente Heemstede althans de weinige woningen.
welke volgens het bouwplan 1947 hier gebouwd mogen
worden, ook inderdaad kan laten ontwerpen en bou-
wen.
Op 20 Juni 1947 No. 10188 N/GD- verwees de
Minister in zijn antwoord aan ons college naar zijn
beantwoording op de door de heer Dr. Brongersma
gestelde schriftelijke vragen opgenomen in het aan-
hangsel tot het verslag van de handelingen in de Eer-
ste Kamer, vel 22 bladzijde 45, waarvan een uittreksel
hierbij wordt overgelegd.
Deze beantwoording zou de indruk kunnen vestigen
dat het gemeentebestuur in hoge mate in gebreke is
gebleven te dezen aanzien de opgelegde taak op de
juiste wijze te vervullen, waartegen wij toch ernstige
bedenking moeten maken.
Het gemeentebestuur is voor 31 Maart 1947 vol-
komen onkundig gelaten van enigerlei bezwaren tegen
het bestaande uitbreidingsplan aan de oostzijde van
de Glipperweg en is nimmer op de hoogte gesteld van
een ontwerp-streekplan. De mededeling, dat de Pro-
vinciale Planologische Dienst reeds jaren geleden de
directeur van gemeentewerken dezer gemeente er op
zou hebben gewezen, dat het uitbreidingsplan de Glip,
stedebouwkundig bezien onbevredigend zou zijn, ver-
baast ons in hoge mate daar ons hîervan nimmer iets
is gebleken. Temeer wekt dit bevreemding, omdat door
de Directeur van Openbare Werken, die tevens tech-