Is het de Minister bekend, dat bedoelde hoofd-
ingenieur-directeur, na op 30 October 1946 te
hebben medegedeeld, dat deze aanvrage in behan-
deling was genomen, op 24 Maart 1947 aan het
gemeentebestuur van Heemstede heeft bericht, dat
hij deze aanvrage heeft aangehouden totdat zal
zijn beslist hoever de geprojecteerde wegen zich
zullen uitstrekken, en dat hij tot zolang de aan-
vrage in zijn archief zal opbergen?
Is het de Minister bekend, dat een week later, te
weten de 31ste Maart 1947. de Provinciale Plano-
logische Dienst van Noordholland, die zich nooit
tevoren rpet het gemeentebestuur van Heemstede
over de uitbreidingsplannen dier gemeente in ver-
binding had gesteld, aan dat gemeentebestuur
heeft bericht, dat bezwaren bestonden tegen de
vorenbedoelde wegenaanleg, daar deze niet
strookte met de voornemens van die dienst met
betrekkincp tot een te creëren dorp De Glip, zodat
aan het gemeentebestuur in overweging werd ge-
geven, een nieuw uitbreidingsplan te ontwerpen en
zich hierover te verstaan met de Planologische
Dienst.
Is de Minister niet van oordeel, dat de gemeen-
tebesturen tot taak hebben te bevorderen, dat het
voor woningbouw in de naaste toekomst benodig-
de bouwterrein tijdig ter beschikking staat, en dat
het niet aangaat, dat aan een gemeentebestuur,
hetwelk bij de vervulling van die taak handelt
geheel overeenkomstig de richtlijnen, aan dit be-
stuur bekend, eerst na maandenlang oponthoud
wordt medegedeeld, dat de tot dusver geldende
uitbreidingsplannen zijn vervallen en moeten wor-
den vervangen door geheel nieuwe, die dan nog
eerst na overleg met een provinciale dienst kunnen
worden goedgekeurd.
Is de Minister bereid maatregelen te nemen, op-
dat in dit geval en in andere soortgelijke geval-
len. indien deze zich mochten voordoen. alsnog
nodeloze vertraging wordt voorkomen, en wil de
Minister bevorderen, dat de wederopbouw en de
woningbouw niet in hogere mate worden ver-