Î68 14 Augustus 1947. d. er is een droge oude slotgracht, waarin op het ogenblik opgravingen worden verricht om te zien of zich daarin wellicht nog iets interessants be- vindt. Spreker heeft in een zwak moment een tweetal ver- gelijkingen gebezigd, op gevaar af de zielen te schok- ken van de oude Heemstedenaren, die bij het aan- schouwen van deze naargeestige restanten, zich zo gaarne nog de tijd herinneren, dat de jongenskiel hen om de schouderen gleed en zich herinneren hoe zij welhcht mede een steentje hebben af- in plaats van hebben bijgedragen om deze ruïne nog meer in de letterlijke zin des woords te ver-ruïneren. Spreker heeft namelijk gesproken van de „oude sloof in plaats van het ,,oude slot". Men ziet het spreker wellicht niet aan, maar hij is een groot minnaar van traditie, van historie, van over- e\ ering, getuige bijvoorbeeld de omstandigheid dat hij d 's van ,,Amstelodamum", welke vereniging elk minnaar van oude gevelsteentjes en oude gebouwen toch ongetwijfeld kent. Daarenboven houdt hij inder- daad van antiek. Laten we de menselijke zwakheden maar erkennen, staat het met erg „wetenschappelijk", erg „ontwik- keid erg, laten we zeggen, „zich cultureel op een hoog peil gearriveerd voelend" als men zegt interesse te hebben voor oude dingen? Welnu, spreker wil al die fouten bij zichzelf toe- geven, aannemend dat er onder de oudheidsminnaars die hem omringen ook wel van die klanten schuilen; hij heeft zich er nooit toe kunnen opwerken om voor een potscherf van Karel de Grote veel geld uit te ge- ven of een deksel van een antieke doofpot, welke aeksel buitendien nog vergaan was, voor duur qeld te kopen. Als dit het laatste historische plekje is van Heem- stede, dan spijt het spreker ,te moeten zeggen, dat eemstede geen historische plekjes meer heeft, want dit historische plekje is een puinhoop. Hem is tegengeworpen, dat die oude brug thans wellicht het laatste specimen is van die speciale soort renaissance bruggen, aangezien de evenknie van dit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1947 | | pagina 18