235
30 October 1947
daaruit niet de conclusie moet worden getrokken, dat
alleen deze ene candidaat de moeite heeft genomen om
te bewerken, dat hij benoemd zou worden en de anderen
onverschillig tegenover zouden staan. Burgemees-
ter en wethouders achtten het nodig, om onjuiste con-
clusies te voorkomen. hiervan aan de raad mededelinq
te doen.
De heer Verhoeven zegt, dat de verklaring van bur-
gemeester en wethouders voor hem niet onverwacht
kwam, omdat de heer van Lent hem hieromtrent reeds
had ingelicht. Spreker heeft hiervan dan ook kennis ge-
nomen, met dien verstande, evenwel, dat het de candi-
daten vrij staat om de raadsleden toch te bezoeken. Dit
is inderdaad door een der voorgedragenen gedaan.
Spreker begrijpt, dat men door het zien van één can-
didaat, zich geen conclusie kan vormen ten aanzien van
de anderen. Ook begrijpt hij, dat het instellen van het
gebruik, om de raadsleden te bezoeken, aan de candida-
ten niet aangenaam moet zijn. Toch heeft de tot nu toe
gevolgde handelwijze ook zijn bezwaren. De situatie is
nu zö, dat alleen het college van burgemeester en wet-
houders met de inspecteur van het lager onderwijs, de
candidaten ziet werken en kennis met hen maakt. Spre-
ker zou het op prijs stellen, indien bij belangrijke be-
noemingen, zoals van een hoofd van een school, dus
geen onderwijzer, de gelegenheid zou worden geboden
de commissie voor het onderwijs in te schakelen, opdat
deze commissie vooraf met de candidaten kennis zou
kunnen maken.
De heer de Ronde is het met het betoog van de heer
Verhoeven eens. De raadsleden .wisten niet, dat aan
de candidaten was aangeraden om geen bezoeken bij
hen af te leggen. Inderdaad is één der candidaten op
bezoek geweest, waarbij spreker 'diens goed recht er-
kent, om voor zijn benoeming te vechten. Spreker wijst
er op, dat de commissie van schooltoezicht in deze voor-
dracht niet is gekend. Voor de raadsleden is het moeilijk
om persoonlijk keus te maken, omdat zij zonder meer
niet over de candidaten kunnen oordelen. De een heeft
al meer of betere papierep' dan de ander. De een heeft
een akte taal meer, terwijl een ander weer bevoegdheid
heeft voor handelskennis. Dit laatste acht spreker voor