30 October 1947
238
plegen, vôôr of nâ de overeenstemming met de inspec-
teur, Voor gelijktijdig overleg, dus burgemeester en wet-
houders en onderwijscommissie met inspecteur, daarvoor
past hij. Zou het vöör overeenstemming met de inspec-
teur is bereikt, plaats vinden, dan lopen burgemeester
en wethouders gevaar, dat zij zich door de commissie in
een bepaalde richting laten beïnvloeden. Nadien heeft
het geen zin, omdat dan reeds overeenstemming tussen
burgemeester en wethouders en de inspecteur is bereikt.
Bedoelt de heer Dr. Brongersma, dat de hele raad hierin
wordt gekend? Waar het met 5 leden zou moeten, kun-
nen, het er evengoed 19 zijn. Nu kan men wel zeggen,
laat de candidaten allemaal hier komen, maar dan wijst
spreker er op, dat het in de allereerste plaats buiten-
gewooni belangrijk is, dat de onderwijzer in de klas, in
zijn school dus, in zijn werk wordt beoordeeld. Ën op
grond van de wettelijke procedure ên op grond van de
praktijk, dringt spreker er op aan, om de toestand te
laten zo hij is.
De heer Jhr. van de Poll is van mening, dat de raad
na de goede verdediging van de wethouder, vertrouwen
kan hebben in het college van burgemeester en wethou-
ders, temeer nu overeenstemming bestaat met de inspec-
teur van het lager onderwijs. Spreker ontraadt om daar-
naast ook nog de commissie van het onderwijs in te
schakelen.
De heer Ir. Kooijmans zou toch gaarne zien, dat dc
commissie voor het onderwijs bij dergelijke benoemingen
zou worden ingeschakeld. Het is niet sprekers bedoe-
ling, dat de commissie de uitgezochte candidaten in de
klas gaat bezoeken, maar wel, dat zij contact opneemt
met de candidaten van burgemeester en wethouders.
Nu heeft men een voordracht van 3 personen, waarvan
de stukken goed zijn. Als met deze candidaten in een
vergadering van de commissie voor het onderwijs zou
kunnen zijn gesproken, waarbij vragen gesteld zouden
kunnen worden over hun methode van werken enz., dan
zou men een indruk over hen hebben gekregen en meer
gegevens hebben kunnen verstrekken, indien daar door
de raad naar gevraagd wordt.
De heer Verhoeven wil nog eens onderstrepen, dat
hij, als hij gevraagd heeft, om de commissie voor het