239
30 October 1947
onderwijs in dit soort benoemingen te kennen, dit niet
insluit, dat hij geen vertrouwen stelt iri het college van
burgemeester en wethouders. t Gaat hem er niet om
de candidaten ook in hun klas te bezoeken. Spreker
kan zich nog uit zijn jeugd herinneren, dat bij een be-
zoek van vreemde heren, in zijn klas ên de stemming in
de klas ên het werk van de onderwijzer, niet normaal
waren. Dit bezwaar blijft ook bij een klein gezelschap
bestaan. Spreker geeft toe, dat in'de lager onderwijswet
de procedure van de benoeming is geregeld en dat
daarvan niet kan worden afgeweken. Dit neemt echter
niet weg, dat de raad nu een selectie van burgemeester
en wethouders krijgt voorgelegd, waarop 3 namen voor-
komen, maar waarvan het toch prettig zou zijn, als met
hen eerst kennis kon worden gemaakt. In t algemeen
zou spreker bij dergelijke benoemingen graag zien, dat
meerdere leden met de candidaten kunnen kennis
maken. Spreker meent. dat daartoe de mogelijkheid. na
de selectie van burgemeester en wethouders wel bestaat.
De heer Dr. Brangersma is door het antwoord van
de wethouder bevredigd.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat burgemees-
ter en wethouders ernstig zullen overwegen, of zij aan
het verlangen van de heer Verhoeven gevolg kunnen
geven.
De Voorzitter verzoekt de heren Willemse en Brink
met hem het bureau van stemopneming te vormen.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat zijn uitgebracht
op de heer D. de Boer 14 stemmen en op de heer C. J.
Theunessen 5 stemmen, zodat de heer D. de Boer, hoofd
van de openbare u.l.o. school te Medemblik is benoemd.
Vervolgens wordt besloten om de benoeming te doen
ingaan op een nader döor burgemeester en wethouders
te bepalen datum.
VIII BENOEMING ONDERWIJZERES
VOORWEGSCHOOL.
De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
65. Benoeming onderwijzeres Voorwegschool.